Uit een onderzoek van Test-Aankoop blijkt dat ons land nog steeds dure internetabonnementen heeft. De overheid doet te weinig om de prijzen te laten zakken, vindt de organisatie.
Voor de ‘light’-formule betaalt u in België nog steeds zeventien procent meer in vergelijking met de goedkoopste formule in Nederland. Ook voor het goedkoopste standaardabonnement bent u in ons land 68 procent meer kwijt dan in Frankrijk.
Wie intensief internet verbruikt is nog slechter af. Voor dit soort abonnementen betaalt u in ons land meer dan het dubbele dan bij onze zuiderburen, berekende Test-Aankoop. In totaal onderzocht de organisatie een dertigtal formules. Marktleider Belgacom eindigt volgens het onderzoek van Test-Aankoop telkens bij de laatste vijf.
Ook voor bandbreedte krijgt ons land slechte punten. “We zijn het enige land dat samen met Portugal en enkele Britse operatoren nog limieten hanteert voor maandelijks volume”, zegt Test-Aankoop. In sommige andere landen is er wel een fair use policy.
Telenet zei twee maanden terug nog tegen ZDNet dat het voorlopig geen intentie heeft om zijn limieten aan te passen. Ook de prijs is volgens de provider geen prioriteit voor de consument.
“Als je kijkt naar wat voor de consument de criteria zijn, dan staat snelheid bovenaan en de prijs pas op de vierde plaats. Daarom investeren wij op dit moment in ons netwerk om die snelheid te kunnen garanderen”,zei Telenet-woordvoerder Jan De Grave in maart.
Test-Aankoop stelt de Belgische overheid mede verantwoordelijk voor de slechte prijs/kwaliteit. De staat moet zijn participatie in Belgacom en Telenet verminderen en de Belgische regulator voor Post en Telecommunicatie (BIPT) moet meer inspraak krijgen, luidt het.
Naast de marktleiders bekeek de consumentenorganisatie ook enkele alternatieve operatoren. Zij bieden vaak meer dataverkeer aan tegen een lagere prijs, maar ook dit is niet spectaculair tegenover de buurlanden omdat deze kleine spelers afhankelijk zijn van het netwerk van Belgacom.
Om dit te veranderen, wil Test-Aankoop dat het lokale netwerk bij een onafhankelijke netwerkbeheerder wordt ondergebracht, zoals dat bij elektriciteitsdistributie het geval is. In Frankrijk is dit voor één derde van de lijnen al het geval.
