Vanaf 1 november 2024 geldt in België dat je een eigen modem mag kiezen, oftewel: vrije modemkeuze. Wat houdt dit in en wat zijn de voor- en nadelen? Dat hebben we voor je uitgeplozen. De wijziging werd al eind 2023 aangekondigd, maar gaat pas dit jaar in: het BIPT (Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie) geeft telecomproviders namelijk één jaar de tijd om de maatregel te implementeren. Vrije modemkeuze betekent voor hen namelijk dat ze hun netwerk moeten ‘openstellen’ voor apparatuur van andere leveranciers. Dat terwijl de providers voordien nog alle touwtjes in handen hadden, van de kabel in je straat tot het kastje in de woonkamer. Ook voor consumenten staat er een hoop te veranderen met de vrije modemkeuze en dat gaat gepaard met de nodige mitsen en maren. Welke, dat belichten we in ons antwoord op de vraag: hoe ‘vrij’ is vrije modemkeuze nu echt?

Wat is vrije modemkeuze?
Vooraleer we het hebben over de te maken overwegingen, eerst: wat is een modem en wat houdt de vrije modemkeuze waar het BIPT over spreekt nu echt in? Modems zijn vereist om het signaal dat via coax, DSL of fiber je huis binnenkomt om te zetten in begrijpelijke taal voor je router. Het omgekeerde gebeurt als jij data uploadt: die gegevens worden weer door de modem omgezet in een signaal dat het via de genoemde netwerken kan versturen. Zie het als een vertaler die continu een vreemde taal omzet. De wijze waarop dit gebeurt, verschilt per provider en netwerktechnologie. Dat is ook meteen een van de redenen dat providers van oudsher standaard een modem leveren aan klanten. Een andere reden is dat providers het liefst zo veel mogelijk ‘invloed’ hebben op de klantbeleving. Dat omvat een stukje service: providers zorgen ervoor dat de modem up-to-date is, zonder problemen werkt en past bij je gekozen abonnement. Deze ‘service’ heeft echter ook een keerzijde. Providers belemmeren klanten daarvoor bijvoorbeeld in de mogelijkheid om hun modem in ‘bridge-modus’ te zetten. Die geeft hen de mogelijkheid hun internetverbinding te verbeteren met access points. De vrije modemkeuze die het BIPT nu mogelijk maakt, brengt daar een einde aan. Iedereen mag straks een eigen modem neerzetten en houdt daarbij de controle over de functies die hij biedt. Welk modem je neerzet, is afhankelijk van de features die je wenst. Vrije modemkeuze houdt zodoende ook in dat de modem in eigen bezit is; wie van provider wisselt, hoeft daarmee niet van modem te wisselen – vroeger moest je die zelf nog terugsturen eens je je contract had opgezegd. Je nieuwe provider kwam vervolgens een ander doosje installeren op dezelfde aansluiting. Dat blijft overigens wel een optie. Consumenten worden niet geforceerd hun eigen modem te installeren en kunnen na het ingaan van de regelgeving dus gewoon een kastje bij hun provider afnemen. Uiteraard betekent dit wel dat je nog altijd te maken hebt met de beperkingen van de standaardmodem.
Voordeel van vrije modemkeuze
Technologieliefhebbers noemen controle steevast als hoofdreden voor het willen gebruiken van een eigen modem. Ze kunnen er hun thuisnetwerk mee inrichten zoals ze dat wensen. Het gebruik van de bridge-modus, waar we eerder al over spraken, is een van de redenen. Zonder die modus blijft de modem in beheer over de netwerkverbinding en stuurt die vaak zelf ook al een wifisignaal uit. Meshsystemen en andere access points vereisten vaak dat de modem in bridge-modus staat om alle mogelijke functies te bieden. Kortom: modems die je daarin beperken, beperken je in het optimaliseren van je thuisnetwerk. Daarnaast wordt er vaak geklaagd over het extra kastje dat je moet neerzetten voor het binnenhalen van je wifinetwerk. Modems die je zelf in huis kan halen, zijn veelal geïntegreerd in een router waardoor je zowel op ruimte als stroomverbruik bespaart. Zelfs als je de modem van je provider in bridge-modus kan zetten, blijft hij stroom verbruiken. Een geïntegreerde modem in je router is op dat vlak dus efficiënter. De hard- en software van de modems speelt voor sommigen ook een rol. Van sommige modems is bekend dat ze diverse hard- en softwareproblemen hebben. Hoewel die regelmatig worden opgelost via updates, is dat meestal aan de fabrikant van de modem. Zeker als een modem op leeftijd raakt, is het maar de vraag of fabrikanten er nog tijd en energie in willen steken. Sommige problemen zijn bovendien gekoppeld aan een platform, zoals Intel Puma-chipsets. Van Puma 6- en Puma 7-chips is bekend dat ze problemen veroorzaakten op het vlak van latency en jitter; de internetverbinding zou hierdoor ineens heel traag of instabiel kunnen aanvoelen. Zelfs met de nodige software-updates kon dit probleem niet worden gepatcht. Beveiliging speelt daarnaast ook een rol. Modems worden maar voor een relatief beperkte periode geüpdatet. Wanneer updates té lang op zich laten wachten, kunnen kwaadwillenden kwetsbaarheden in de modem misbruiken. Neem je een modem in eigen beheer, dan kan je waar nodig software-updates draaien en na verloop van tijd de modem vervangen, als hij eenmaal End-of-Life (EOL) is. Niet onbelangrijk is dat de vrije modemkeuze vermoedelijk ook de concurrentie op de telecommarkt versterkt. Het BIPT stelt dat de regelgeving ervoor zorgt dat consumenten gemakkelijker tussen providers kunnen schakelen. Nu moet de consument nog wachten tot de provider zijn modem komt installeren. Binnenkort kunnen providers consumenten met een eigen modem direct het gewenste abonnement leveren. Daar moet wel één kanttekening bij gemaakt: de gekozen modem moet ondersteund worden door de provider. Dat geldt niet voor alle voor consumenten beschikbare modems.
Gevaren van vrije modemkeuze
De term ‘voor consumenten beschikbare modems’ is ook meteen een van de grootste bedreigingen van de regelgeving die het BIPT in november 2024 laat ingaan. Het aanbod van modems voor consumenten is namelijk ontzettend beperkt. AVM is voorlopig een van de weinige fabrikanten die direct aan consumenten verkoopt. Andere modemfabrikanten als Nokia, Huawei en Genexis doen dat niet. Dit betekent ook dat je als consument geen ondersteuning na verkoop krijgt en software-updates evenmin.

Als consument sta je daarmee eigenlijk met de rug tegen de muur. Enerzijds mag je namelijk een eigen modem kiezen, maar anderzijds is de keuze daarvan beperkt én het levert mogelijk gevaren op. Als er een probleem in de firmware op je modem opduikt, kan je die namelijk niet oplossen. Zodoende blijf je eigenlijk zitten met een onveilige modem die ook het gevaar loopt uitgesloten te worden van het netwerk. Providers mogen namelijk onveilige apparatuur weren van hun netwerk, inclusief jouw (verouderde) modem. In Nederland zijn er gevallen bekend dat providers ervoor kiezen modems te ondersteunen die ze zelf niet hebben uitgegeven. Dat zijn dan echter modems die ze normaliter ook leveren – hetzij met vergrendelde software. Standaard kiezen providers echter een andere route en ben je op jezelf aangewezen voor de firmware. Dat is ook het basisbeginsel van de vrije modemkeuze, zoals voorgesteld door het BIPT; consumenten zijn steeds zelf verantwoordelijk voor de werking van hun modem. Dat geldt dus voor de software-updates, maar ook voor de stabiliteit ervan. Als het netwerk in huis wegvalt, moet je dit in eerste plaats zelf oplossen en de problemen opsporen. Pas als je een oorzaak vindt die zich ‘achter je modem’ bevindt, is het aan de telecomprovider om dit aan te pakken. Voor hetgeen dat aan ‘jouw kant’ met de modem gebeurt, ben je zelf verantwoordelijk. Gaat de modem plots stuk, dan is dat jammer en moet je zelf een nieuwe kopen. Werkt de router niet op de gewenste of verwachte snelheid? Ook jammer: dat zal je zelf moeten oplossen. Providers kunnen je wel een handje helpen met de benodigde configuratiegegevens.
“‘Dat is ook het basisbeginsel van de vrije modemkeuze zoals voorgesteld door het BIPT: consumenten zijn steeds zelf verantwoordelijk voor de werking van hun modem.”
Eisen van providers
Het aanbod van modems die consumenten kunnen aanschaffen, wordt nog eens beperkt door eisen die providers aan de apparatuur mogen stellen. Het gaat dan om bepaalde certificaten die de werking op het netwerk garandeert. Wie fiber in huis heeft liggen, zal mogelijk moeten kijken naar modems die voldoen aan het BBF.247-keurmerk. Welke eisen jouw provider stelt, is lastig te stellen en verandert ook continu. BBF.247 is bijvoorbeeld specifiek aan GPON-fibernetwerken. Wil je een eigen modem kiezen, dan klop je best eerst aan bij je provider. Zij kunnen je meestal een lijst overhandigen met modems die sowieso met hun netwerk overweg kunnen. Vervolgens kan je zelf op zoek gaan naar de modem die je ook zelf kan aanschaffen. Let er steeds op dat je voor elk type netwerk andere modems hebt: een DSL-modem gaat meestal niet werken op DSL en omgekeerd. Iets dichter bij huis is de vraag of providers mogelijk zelf een alternatieve modem aanbieden. Soms kan je deze modems ook aanschaffen, waardoor je alsnog de hardware in bezit hebt. Je hoeft de hardware dan ook niet in te leveren bij het overstappen naar een andere provider. Vraag bij je nieuwe provider wel even na of de oude modem ook bij hen werkt, of dat je alsnog moet overstappen. Niet onbelangrijk daarbij is ook de vraag of de modem nadien nog updates ontvangt of dat je met verouderde hardware blijft zitten.

Ingang vrije modemkeuze
Het BIPT heeft op 11 oktober 2023 een nieuw besluit voor het netwerkaansluitpunt (NTP) vastgelegd. In dat besluit zijn de verplichtingen voor telecomproviders over de vrije modemkeuze vastgelegd. Het NPT bepaalt het eindpunt van de verantwoordelijkheid van de provider en stelt vast dat dit eindpunt niet langer bij de modem zelf ligt. Zodoende mag de consument zelf de hardware kiezen en plaatsen. Providers moeten zes maanden na het ingaan van het besluit de kenmerken van de NTP’s en technische specificaties van modems en routers publiceren. Twaalf maanden nadat de regelgeving in werking treedt, moeten telecomnetwerken technisch in orde zijn gebracht. Zodoende zijn providers vanaf 1 november 2024 verplicht vrije modemkeuze toe te laten. Gezien de specificaties dan al een tijdje beschikbaar zijn, is het mogelijk voor die tijd al een geschikte modem op te zoeken – al dan niet in het buitenland. Op de vraag: “Hoe vrij is vrije modemkeuze nu echt?” luidt het antwoord dat je als consument alle vrijheid hebt, binnen de richtlijnen gesteld voor het NTP. Die vrijheid komt ook met de nodige gevaren en zorgen. Vandaar dat deze vrijheid gepaard moet gaan met de nodige technische kennis en wil om dit in de gaten te (blijven) houden.