Mini-pc’s heb je in allerlei vormen en maten. ‘Mini’ kan je immers niet als ‘industriestandaard’ beschouwen. We helpen je op weg en bekijken waar je op wil letten als je een (eerste) kant-en-klare mini-pc gaat kopen. Mini-pc’s zijn ontzettend fijn als je een vaste computer verlangt, maar niet de ruimte hebt voor een full-size desktop. Relatief compacte computers van merken als HP, Lenovo en Dell nemen snel 15 tot 20 cm in beslag op je bureau; als je dan een bureaublad van één meter (of nog kleiner) hebt, dan is dat eigenlijk geen doen. Anno 2023 heb je alvast het geluk dat je niet enkel meer hoeft te kiezen uit grote bakbeesten, maar dat mini-pc’s een ding zijn.
Het concept werd in het begin met name gebruikt voor bedrijven die te weinig ruimte hadden om computers te stallen en relatief weinig rekenkracht vereisten. Dat was (en is soms nog altijd) wel een klein probleem met mini-pc’s: door het ruimtegebrek in de behuizing moet je flink inleveren op koelingcapaciteit en daarmee de maximale rekenkracht van de computers. De voorbije jaren is er gelukkig een flinke efficiëntieslag gemaakt; hierdoor hoef je je ook bij een laag stroomverbruik (en daarmee lagere hitteproductie) geen zorgen te maken over de snelheid van de computer. Zelfs als de processor warmer wordt, vormt dit vaak geen probleem meer: de koelingsdichtheid op (mini-)pc’s is immers flink gestegen. Dit betekent dat met hetzelfde koelingsoppervlak meer koelingcapaciteit gerealiseerd kan worden. Lang verhaal kort: waar mini-pc’s jaren terug met name voor browsergebruikers interessant waren, mag je er tegenwoordig echt wel meer van verwachten.
Kies het (juiste) formaat
We kunnen in het lang en breed praten over het nut van mini-pc’s: uiteindelijk draait het om de toepassing in jouw situatie. Voordat je een compacte computer aanschaft – en dan bedoelen we echt mini, niet per se SFF (Small Form Factor) – is het belangrijk om je af te vragen of je dat écht nodig hebt. Kan je die vraag overtuigend met ‘Ja’ beantwoorden, omdat je bijvoorbeeld te weinig ruimte hebt op je bureau (of in je tv-meubel)? Dan kan je weer een stap verder; als dat antwoord eigenlijk vooral rust op het uiterlijk van de computer, dan is het aan te raden om de beslissing kort te overlopen. Mini-pc’s zijn namelijk vaak wel wat duurder en luidruchtiger dan een klassieke desktoptoren. Wil je nog altijd graag een mini-pc? Bepaal dan waar je hem zou willen plaatsen. Je hebt kleine NUC (Next Unit of Computing)-kastjes voor op het bureau, maar bedrijven als Dell verkopen ook mini-pc’s die je op je monitor kan monteren. Die kan je vaak ook wel op de desktop neerzetten, maar zijn qua voetafdruk wat groter dan de kleinere NUC’s. Bij een toekomstige onderhoudsbeurt maakt de grotere voetafdruk het vaak wel makkelijker om componenten uit de pc te halen.
Makkelijk te onderhouden
Zeker met NUC’s is het soms nog wel lastig om de componenten te vervangen. Als je dan op een later punt meer werk- of opslaggeheugen aan het systeem wil toevoegen, moet je vrijwel het gehele systeem uit elkaar schroeven. Dat is wellicht geen punt als je technisch onderlegd bent, maar als je niet direct behoefte hebt aan zulke technische klussen (of twee linkerhanden hebt) is de NUC een pc die je liever links laat liggen. Voordat je de pc aanschaft, doe je er ook goed aan om te controleren welke componenten je kan vervangen. Kan je het werk- en opslaggeheugen verwisselen? Dan zit je in principe al goed. Mini-pc’s waarvan je enkel het opslaggeheugen kan vervangen, zouden wij doorstrepen. Idem voor computers waarvan het opslaggeheugen niet geüpgraded kan worden. Dat kunnen we nog tolereren in laptops die je meestal binnen de 4 tot 6 jaar vervangt, maar mini-pc’s (en desktops in het algemeen) kunnen zoveel langer mee. Lees je op de productpagina niets over het vervangen van componenten, zoek de mini-pc dan zeker eens op via YouTube. Vind je ook daar weinig tot geen informatie over het onderhoud van de pc? Zoek dan verder: er zijn meer dan voldoende opties en pas achteraf merken dat je niets kan vervangen is nu eenmaal zonde.
Let op: voldoende poorten?
Waar je goed op moet letten bij compacte computers is ook het aanbod van poorten. Kijk eens hoeveel apparaten je zou willen verbinden via usb-poorten. Denk daarbij aan muizen, toetsenborden, printers, (bluetooth)dongles en usb-sticks. Tel er dan gerust nog één of twee bij op en je hebt het minimumaantal usb-poorten voor de mini-pc. Je bent dan natuurlijk nog niet klaar; denk dus zeker ook na hoeveel schermen je wenst aan te sluiten en of je ze via HDMI, DisplayPort of Thunderbolt (usb-c)/usb-c alt-mode zou willen verbinden. Ten slotte mag je ook de ethernet-aansluiting niet vergeten. Vaak is die wel aanwezig, maar de vraag is of hij de snelheid behaalt die jij verlangt voor het doel van de mini-pc. Zelfs als je momenteel de ethernetpoort niet gebruikt, zouden wij aanraden een mini-pc te kiezen met een ethernetpoort van minimaal 1 Gbps. Mocht je hem in de toekomst dan alsnog bedraad aansluiten, dan ben je in elk geval gegarandeerd van (relatief) hoge datasnelheden.


Interne of externe voeding
Ruimtebeperkingen in mini-pc’s zorgen er soms voor dat componenten niet aan volle snelheid kunnen draaien. De beperkingen van mini-pc’s zien we echter ook terug bij de gebruikte voedingen. Heb je geluk, dan wordt er gebruik gemaakt van een interne voeding. Je hebt dan enkel nog een stroomkabel die naar je stopcontact loopt. Vaker zal een fabrikant kiezen voor een externe voeding. Dit betekent dat er tussen de pc en je stopcontact nog een doosje hangt om de juiste hoeveelheid stroom (voltage en ampère) aan de computer te leveren. Heb je zeer weinig ruimte en zie je zo’n externe adapter liever niet op of rond je bureau bengelen? Kies dan voor een mini-pc met een interne voeding.
De beste mini-computers
Lenovo ThinkStation P360


Nee, de ThinkStation P360 van Lenovo is niet moeders mooiste. Dat was ook nooit de intentie van de fabrikant: hij moet namelijk vooral geschikt zijn voor de zakelijke markt. Dit betekent dat hij een zeer degelijke bouw heeft door zijn grotendeels uit aluminium opgetrokken constructie én dat hij makkelijk achter een monitor bevestigd kan worden. Zo is de mini-pc volledig aan het zicht onttrokken. Handig als je eigenlijk totaal geen ruimte kwijt wilde zijn op je bureau. Gezien de pc is ontwikkeld voor de zakelijke markt, is hij ook zeer makkelijk te onderhouden: met enkele schroeven ontmantel je de behuizing om het werk- en opslaggeheugen te vervangen. Op voorhand kan je de ThinkStation gelukkig volledig naar wens samenstellen: Lenovo laat je namelijk zelf kiezen uit verschillende configuraties voor het werk- en opslaggeheugen, evenals de processor en gpu. Je beslist dus zelf hoe duur de computer precies wordt, maar dus ook welke componenten deze bevat.
Prijs: vanaf 935 euro – www.lenovo.com
Eigenschappen: 1 open SODIMM-slot, 1 open M.2-slot, 6 usb-a-poorten, 1 usb-c-poort (10 Gb/s), 1 ethernet-poort, 1 DisplayPort-aansluiting, 1 HDMI-poort, externe voeding.
Dell OptiPlex 7000 Micro


Wellicht dat je de OptiPlex 7000 Micro al eens tegen gekomen bent in ziekenhuizen, bij scholen of andere zakelijke instellingen. Net als de ThinkStation P360 is de OptiPlex 7000 Micro gericht op de zakelijke markt. Wel biedt Dell (in Europa althans) minder configuratiemogelijkheden. Je kan namelijk enkel een snellere processor kiezen (de Intel Core i7 in plaats van de i5). Voor het werk- en opslaggeheugen zit je bij aankoop vast aan de configuratie die Dell heeft gekozen. Gelukkig kan je dit later alsnog vervangen door de kast open te maken. Daarin vind je namelijk één extra M.2-aansluiting voor een SSD en nog een SODIMM-slot voor werkgeheugen. Als je heel veel usb-poorten nodig hebt, is dit wellicht niet de mini-pc voor jou: voorop bevat hij namelijk twee poorten en achterop vind je er nog eens drie. 5 is niet per se weinig, maar de P360 van Lenovo heeft met 7 poorten een iets riantere opstelling. Als je de OptiPlex bekijkt, krijg je wel een pak meer DisplayPort-aansluitingen: 3 in totaal, terwijl de ThinkStation er slechts 1 heeft (en een bijkomende HDMI-poort). Qua uiterlijk is de Dell wellicht wat geschikter om zo op een bureau neer te zetten. Tegelijk: je hangt hem net zo makkelijk achter je monitor of onder je bureau.
Prijs: vanaf 1.269 euro – www.dell.com
Eigenschappen: 1 SODIMM-slot, 1 M.2 slot, 4 usb-a-poorten, 1 usb-c-poort (20 Gb/s), 1 ethernet-poort, 3 DisplayPort-aansluitingen, externe voeding.
HP Elite Mini 600/800


Ja, HP’s Elite Mini-serie is zeker gemaakt voor zakelijke gebruikers, maar dat zie je er niet direct aan af. De kast is zeer fraai vormgegeven en misstaat niet in een gemiddeld (thuis)kantoor of zelfs in de woonkamer. Voorop vind je drie usb-poorten, waardoor je niet telkens naar achteren hoeft te grijpen om usb-apparaten aan te sluiten. Net als de ThinkStation en OptiPlex biedt de Elite Mini voldoende uitbreidingsmogelijkheden. Zo is er een tweede SODIMM DDR-slot aanwezig om het werkgeheugen uit te breiden. Het opslaggeheugen kan nog worden uitgebreid met een 2,5-inch-SSD. We missen wel de optie om een extra M.2-SSD te plaatsen, zoals mogelijk is bij Dell en Lenovo. Als je de mini-pc achter je monitor wenst te hangen, is dit ook niet de beste optie; HP biedt namelijk zelf geen mounts, in tegenstelling tot Dell en Lenovo. Wil je de computer vanaf de start naar wens configureren, dan hebben we ook bij de HP slecht nieuws: je koopt hem namelijk as-is in een drietal afzonderlijke configuraties. Je hebt dus wel drie keuzes, maar verwacht zeker niet de enorme range aan keuzes die Lenovo je geeft.
Prijs: vanaf 1.051 euro – www.hp.com
Eigenschappen: 1 SODIMM-slot, 1 SATA (2,5 inch)-slot, 5 usb-a-poorten, 1 usb-c-poort (20 Gb/s), 1 ethernet-poort, 2 DisplayPort-aansluitingen, 1 HDMI-poort, externe voeding.
Apple Mac Mini M1


Apple kon natuurlijk niet ontbreken in deze gids. De Mac Mini is wellicht de bekendste minicomputer die je op dit moment kan kopen én een van de weinige compacte computers die niet direct op de zakelijke markt gericht is. Dat heeft wat voordelen. Je kan hem bijvoorbeeld bij de bekende retailers aanschaffen, maar er zijn ook nadelen. Je kan de Mac Mini M1 namelijk niet zelf repareren of upgraden. Kies je voor 256 GB opslaggeheugen, dan is dat de hoeveelheid opslag waar je aan vast zit. Apple soldeert de geheugenchips namelijk op het moederbord. Je koopt deze pc dan ook zeker niet voor zakelijk gebruik. Het is in de thuisomgeving waar deze computer het beste tot zijn recht komt. Verhoudingsgewijs ten opzichte van andere mini-pc’s is de Mac Mini namelijk ontzettend vlot, mede omdat de M1-chip vrijwel geen actieve koeling vereist. Je moet er wel mee kunnen leven dat je slechts twee usb-a-poorten hebt op de Mac. Bovendien heb je te maken met MacOS, ook iets waar je maar net fan van moet zijn (en mee moet kunnen én willen werken). Onder de streep is dit wel de goedkoopste optie. Denk er dus zeker over na.
Prijs: vanaf 799 euro – www.apple.com
Eigenschappen: geen SODIMM-slot, geen SATA/M.2-slot, 2 usb-a-poorten, 2 Thunderbolt 4-poorten, 1 ethernet-poort, geïntegreerde voeding.