Tijdens de Consumer Electronics Show, die momenteel in Las Vegas aan de gang is, heeft Nvidia haar eerste eigen draagbare spelconsole voorgesteld. De handheld krijgt de naam Nvidia Shield, en heeft de nieuwe quadcore Tegra 4 chipset aan boord.
Project Shield is van uiterlijk nog het best te vergelijken met een Xbox controller, voorzien van een 5 inch scherm met een resolutie van 1.280 op 720 pixels. Het gaat voorlopig wel nog om een prototype, het uiteindelijke ontwerp en de naam zouden dus nog kunnen veranderen.
De handheld draait op Android, en biedt een volledig standaard en open platform. Het toestel heeft een USB- en HDMI-aansluiting en beschikt over een slot voor een microSD-kaartje.
Shield geeft je toegang tot alle Tegrazone– en Androidspellen. Die kan je lokaal opslaan op een geheugenkaart, of spelen via Nvidia Grid, de eigen clouddienst die ook tijdens CES werd voorgesteld.
Tijdens demo’s op CES werd meteen duidelijk hoe vlot Nvidia Grid werkt. Spellen als Need for Speed: Most Wanted en Assassin’s Creed 3 draaien zonder noemenswaardige vertraging, rechtstreeks vanuit de cloud. Naast een verminderde nood aan opslagruimte, laat Nvidia Grid ook toe om een spel te starten op één Tegra-toestel, en verder te zetten op een ander.
Maar Shield kan meer dan alleen Tegrazone- en Androidspellen draaien. Heb je een GeForce grafische kaart in je pc, dan kan je via de GeForce Experience software je pc games naar de handheld streamen via je netwerk. Zo krijg je bijvoorbeeld toegang tot je Steam-bibliotheek, die je op het toestel kan bedienen via Big Picture.
Hoewel Project Shield specifiek als een spelconsole op de markt wordt gezet, biedt hij natuurlijk meer dan dat. Alle mogelijkheden die Android biedt, zijn immers ook op de handheld beschikbaar. Zo krijg je ook toegang tot andere apps, films, foto’s en muziek. Via een HDMI-kabel krijg je alles bovendien onmiddellijk op je televisiescherm te zien.
Momenteel is nog niet bekend wanneer de Nvidia Shield precies zal verschijnen, en tegen welke prijs.