Erger je je continu aan het wifibereik in huis? Een meshsysteem biedt dan mogelijk soelaas. Maar, wat houdt de techniek exact in en waar let je best op bij het kopen van een meshrouter? Dat zochten wij voor je uit.
Tenzij je al eens je wifinetwerk onder handen nam, bestaat het waarschijnlijk uit één apparaat: de router die door de telecomprovider werd aangeleverd. Zulke routers zijn perfect voor kleinere huizen en appartementen. In grotere huizen, met twee verdiepingen of simpelweg een groter oppervlak, kom je niet toe met zo’n router. Dat heeft er alles mee van doen dat het bereik van je wifinetwerk wordt tegengehouden door materialen als ijzer en beton. Wanneer je een verdieping hoger of muur verder gaat, neemt het bereik dus steeds iets verder af. Bij nieuwbouw, met dikkere betonnen wanden en -vloerplaten, is dat effect meestal nog iets sterker. Vanuit providers wordt veelal geadviseerd een range-extender te installeren om dit ‘gat’ in het bereik te vullen. Zulke extenders zijn meestal relatief goedkoop en je vindt ze voor nog geen 50 euro.
Heb je iets meer budget? Kies dan voor een meshsysteem. Met een meshrouter vervang je als het ware de router van je provider. Die geeft voortaan enkel nog de verbinding door aan het meshsysteem, dat een sterk(er) wifisignaal doorheen het huis verspreidt. Dit doet het niet alleen: een meshsysteem kan je best omschrijven als een spinnenweb met daarin diverse ‘versterkers’. Steeds als je een extra versterker toevoegt, wordt het web iets groter én neemt daarmee ook het wifibereik toe. Het grote voordeel van de meshoplossing is dat het een geïntegreerd systeem is. Het netwerk krijgt één naam en in tegenstelling tot range-extenders zitten meshrouters elkaar niet in de weg. Mesh heeft nog meer te bieden: je kan bijvoorbeeld geruisloos door het huis wandelen. Ondanks dat je wisselt tussen de versterkers, valt je wifinetwerk nooit weg. Hiervoor maakt mesh gebruik van een protocol genaamd 802.11r (roaming). Tot slot draagt een meshsysteem zorg voor een sterk bereik in alle hoeken van het huis. Dit doet het door de signalen te mikken op verbonden apparaten. Deadspots in het wifinetwerk behoren hierdoor tot het verleden.
Bridge-modus
Voordat je beslist of een meshkit iets voor jou is, is het belangrijk om één ding vast te stellen: kan de router/modem in een zogeheten bridge-modus worden geplaatst? In die modus schakelt het zijn wififuncties uit en geeft het enkel nog een internetsignaal door via zijn ethernetpoorten. Zulke informatie staat meestal in de handleiding van je router of op de website van je telecomprovider. Waarom dit zo belangrijk is? Kan je router niet in bridge-modus geplaatst worden, dan zendt je meshrouter een signaal uit volgens de instructies van je router. Alle slimme functies, zoals de functies om optimale wifibanden te kiezen, worden dan uitgezet. Ze zitten elkaar dan bovendien in de weg, gezien ze via dezelfde wifibanden functioneren. In de basis schiet je dan weinig op met meshrouters en kies je beter voor powerline, een oplossing die je internetsignaal via je stroomkabels verstuurt of losse accesspoints via ethernet.
Maximale doorvoersnelheid
Als je router de bridge-modus niet ondersteunt, kijk je dus best naar een andere oplossing. Voor degenen met een router die de modus wel ondersteunt, trappen we het keuzetraject af. Een van die beslissingen is de ‘bandbreedte’ die de meshkit ondersteunt. Het getal dat fabrikanten tonen, vinden we altijd wat misleidend. Dit is namelijk niet de bandbreedte die je per apparaat tot je beschikking krijgt maar juist een som van de snelheden via alle banden (2,4; 5 en 6 GHz). Staat er dus een gigantisch getal als ‘AX6000’, dan is dit dus een optelsom van alle losse frequenties. Neem de Orbi RBK853 van Netgear als voorbeeld. De fabrikant adverteert daarbij met de genoemde AX6000. Daar komt het met de volgende berekening: 1.200 Mbps (2,4 GHz), 2.400 Mbps (5 GHz) en 2.400 Mbps (5 GHz). In de praktijk, onder optimale omstandigheden, kan je maximaal 2.400 Mbps binnenslepen via wifi. Hoewel dit dus onder ideale omstandigheden is getest, kan je die getallen wel als mikpunt nemen. Kijk daarbij vooral naar het type gebruik van je netwerk én de netwerksnelheid van je telecomprovider. Heb je een NAS in huis staan voor het streamen van 4K-videostreams via wifi? Dan heb je zeker wat aan die hogere maximasnelheden. Heb je geen NAS, wil je die ook niet kopen en is je netwerksnelheid beperkt tot 100 Mbps (of zelfs 500 Mbps)? Dan koop je met de RBK853 eigenlijk al een ‘overkill’-router. Stap je binnenkort over naar fiber en overstijg je daarmee gigabit? Dan is het weer een ander verhaal. De laagste geadverteerde snelheid op een wifiband mag alvast niet lager liggen dan de netwerksnelheid van je provider nu en wat je in de toekomst binnenhaalt. Budget speelt uiteraard ook een rol. Een meshrouter met AX6000 is (uiteraard) duurder dan een AC1300-kit. Hierbij moeten we wel vermelden: die prijzen dalen ook na verloop van tijd. De hogere prijskaartjes staan dus zeker niet in steen gebeiteld.
Het grootste verschil tussen mesh (satellieten) en extenders (accesspoint) is de snelheid die verloren gaat als je het signaal regulier versterkt.
Aansluitingen en banden
Met snelheid alleen kom je er niet. Bij het kiezen van een meshkit let je best ook op het oppervlak van je woning – hoe efficiënt de meshrouters ook zijn: met één of twee zogeheten nodes ga je een woning van 150 m2 niet dekken. Voor een woning van 100 tot 150 m2 kan je eerder denken aan drie van zulke nodes. Hanteer als stelregel dat je per etage minstens één node moet voorzien. Bij een huis met drie etages heb je dus een meshkit met drie nodes nodig. Er zijn wel uitzonderingen op die regel. Bij etages die meer dan 50 m2 beslaan kan het immers zo zijn dat je node niet over de hele etage een sterk bereik levert. Let daarbij ook steeds op de positie van de meshrouter. Voor een efficiënte werking is het aan te raden de router in het midden te plaatsen. Plaats je hem juist aan de uiteinden van een verdieping, dan bereikt het signaal mogelijk niet de andere kant van je verdieping. Dit kan je wel oplossen door ofwel een extra node te kopen of de nodes in een Z-configuratie te plaatsen. Met andere woorden: op de ene verdieping aan de linkerzijde en op de ander juist rechts. Zo dek je ook een deel van de onderliggende verdieping.
Let verder ook op meer technische aspecten als de LAN- en WAN-poorten. Beschikt elke afzonderlijke node over zo’n WAN-poort? Dan zijn ze uitwisselbaar en kan je ze elk bij de router plaatsen. Het aantal LAN-poorten is eerder een persoonlijke afweging. Wil je meerdere apparaten aansluiten op je afzonderlijke nodes, zonder dat je daar een switch tussen moet plaatsen? Kies dan een meshkit met nodes die steeds meerdere LAN-poorten bevatten. In ons optiek is het wel van groot belang om te controleren of de LAN-poorten toekomstbestendig zijn. Kijk hiervoor naar de maximumsnelheid van de poorten. Steeds meer meshrouters ondersteunen 2,5 Gbps, in aanloop naar snellere glasvezelnetwerken. Zeker als je meer netwerkintensieve taken uitvoert, zoals streamen over je netwerk, mag deze stap niet gemist worden. Ten slotte zijn er nog nieuwe netwerktechnieken: Wi-Fi 6, Wi-Fi 6E en Wi-Fi 7. We raden aan een meshkit te kiezen die minstens Wi-Fi 6 ondersteunt. Zo geniet je van lagere latency en een groter bereik met apparaten die de nieuwe standaard ondersteunen. Ligt je budget rond de 350 tot 500 euro? Kijk dan ook zeker naar een set met Wi-Fi 6E – op het moment van schrijven kunnen we de Wi-Fi 7 niet direct aanraden. Er zijn simpelweg nog te weinig apparaten die via deze standaard werken. Mettertijd gaat dit uiteraard wel veranderen.
De beste meshrouters
Netgear Orbi RBK85X
Netgears Orbi-serie wordt al jaren geprezen wegens zijn netwerk-, bouw- en softwarekwaliteit. Huiskamerwaardig is het woord waarmee we het ontwerp van de Orbi RBK85X zouden omschrijven. Die kwaliteiten zien we ook gereflecteerd in het prijskaartje van de meshkit. Een set met twee nodes (RBK852) kost niet minder dan 549 euro. Daarvoor krijg je wel meteen een topklasse-wifiverbinding met maximaal 2.400 Mbps over de 5 GHz-frequentie en 1.200 Mbps via 2,4 GHz. Iedere node bevat verder vier LAN-aansluitingen (1 Gbps). Verder gebruikt Netgear een tweede 5 GHz-band (2.400 Mbps) als ‘dedicated backhaul’. Dezelfde nodes zijn ook beschikbaar in een set van 3, waardoor de kit ook geschikt is voor grotere huizen. Je kan later ook losse (extra) nodes toevoegen. Het enige dat de RBK85X ontbeert is ondersteuning voor Wi-Fi 6E.
Adviesprijs: 549 euro – www.netgear.com
Eigenschappen: Wi-Fi 6 (2,4 en 5 GHz (2)), MU-MIMO (2×2), 2 nodes, bediening via app (Orbi), 4 LAN-poorten per node (en één WAN op de router).
ASUS ZenWifi AX XT8
Vind je 549 euro net iets te gortig, dan hoort de XT8 van ASUS zeker op jouw verlanglijstje te staan. Ook de XT8 is uitgerust met Wi-Fi 6 en werkt met een triband-indeling (tweemaal 5 GHz, één keer 2,4 GHz). De tweede 5 GHz-band is een 4×4 MIMO-opstelling, zodat je met veel apparaten tegelijk kan werken. Heb je nog veel apparaten die via 2,4 GHz werken, dan sla je de XT8 wellicht beter over. Hij blijft namelijk steken op 574 Mbps via zijn enige 2,4 GHz-band. Op 5 GHz haalt de ZenWifi AX XT8 snelheden van 1.201 Mbps (2) en 4.808 Mbps (1). Per node bevat de ASUS-kit nog een drietal LAN-poorten. Over het ontwerp kunnen we vrij kort zijn: dat past wellicht nog iets beter in een gemiddelde huiskamer dan dat van de Orbi.
Adviesprijs: 330 euro – www.asus.com
Eigenschappen: Wi-Fi 6 (2,4 en 5 GHz (2x)), MU-MIMO (2×2 (2,4/5 GHz) en 4×4 (5 GHz)), 2 nodes, bediening via app (ASUS Router), 3 LAN-poorten per node (en één WAN).
TP-Link Deco X50
Een meshrouter die we ook van harte kunnen aanbevelen is de Deco X50. Dit is ook meteen de goedkoopste, aan 230 euro voor een set van drie nodes. Dat prijsverschil toont zich op meerdere aspecten. Enerzijds krijg je net wat minder wifisnelheid (maximaal 2.400 Mbps via 5 GHz en 574 Mbps via 2,4 GHz), en anderzijds ontbreekt het deze meshoplossing aan een derde wifiband. Tegelijk zijn wij wel heel erg te spreken van het Deco-ecosysteem, waarbij de nodes heel makkelijk in te stellen en te beheren zijn. Elke node bevat een drietal ethernetpoorten, aan 1 Gbps. Hoewel je wat inlevert op internetsnelheid is de meshrouter nog snel zat voor videostreaming en andere alledaagse taken. Als je iets meer budget ter beschikking hebt, is de Deco X60 een echte topper. Die is net iets sneller dan de X50, maar functioneel verder (bijna) identiek.
Adviesprijs: vanaf 230 euro – www.tp-link.com
Eigenschappen: Wi-Fi 6 (2,4 en 5 GHz), MU-MIMO (2×2), 3 nodes, bediening via app (Deco), 3 LAN-poorten per node (automatische WAN-selectie).