Achtergrond

Fibersnelle misleiding: providers doen je graag denken dat je via glasvezel surft

Fibersnel internet misleiding

Dacht je dat je glasvezelinternet had via Telenet of Orange? Dan kom je bedrogen uit. Ondanks termen als ‘fibersnel internet’ surf je in de meeste gevallen helemaal niet via een volwaardige glasvezelverbinding tot in huis. Wat de providers aanbieden, is in werkelijkheid een ‘slimme’ marketingtruc.

Glasvezel is de afgelopen jaren hét toverwoord geworden bij zowat alle telecomproviders. Niet geheel verrassend: fiber wordt door velen gezien de beste kabeltechnologie voor hoge snelheden, met bovendien een relatief laag stroomverbruik.

Toch wordt de term soms te pas en te onpas gebruikt, vooral door Orange en Telenet. Zij beloven klanten ‘fibersnel internet’, maar leveren (bijna) nooit vast internet via een volwaardig glasvezelnetwerk. In plaats daarvan vertrouwen ze nog steeds op hun coaxinfrastructuur, die de afgelopen jaren weliswaar werd versterkt met fiber als ‘backbone’: de verbinding tussen de wijkkast en het centrale netwerk van de provider. Die aanpak heeft er onder meer toe geleid dat de snelheid van coaxnetwerken kon worden opgevoerd, maar van échte fibersnelheden is nog geen sprake. De downloadsnelheid ligt vaak op maximaal 1 Gbps, terwijl de uploadsnelheid via coax nauwelijks boven de 50 Mbps uitkomt. Geen indrukwekkende cijfers, zeker niet in vergelijking met wat bij glasvezel (technisch) mogelijk is.

Rechter: “Fibersnel is misleidend”

De rechter van het Hof van Beroep oordeelde in mei 2025 zelfs dat Orange consumenten misleidt met termen als ‘fiber’. De zaak was aangespannen door Proximus. Volgens de uitspraak mag Orange woorden als ‘fiber’, ‘fibre’ en ‘glasvezel’ enkel nog gebruiken wanneer duidelijk wordt vermeld dat het om een hybride glasvezelnetwerk gaat, een zogenaamd Hybrid Fiber Coax-netwerk. Niet bepaald sexy, wel correcter: duidelijk voor consumenten en eerlijker voor concurrenten die wél volwaardige glasvezelverbindingen leveren.

“Als een provider ‘fibersnel internet’ belooft, geloven veel klanten dat ze daarmee ook fiber krijgen. In de praktijk blijkt dat niet zo te zijn.”

Orange lijkt sindsdien ook gestopt met de rechtstreekse communicatie over ‘fibersnel internet’. De provider spreekt nu over ‘gigasnel internet’, al staat het woord ‘glasvezel’ vaak nog in de titel. In de toelichting wordt dan vermeld dat de verbinding via “onze combinatie van fiber en coaxkabel” verloopt. Telenet is iets minder terughoudend. Een eenvoudige zoekopdracht via Google leidt naar een Telenet-pagina over “Fibersnel onbeperkt internet en mobiel”, met de claim dat je “fibersnel internet thuis” krijgt met downloadsnelheden tot 1 Gbps.

Klinkt aantrekkelijk, tot je naar beneden scrolt: pas in de lijst met veelgestelde vragen staat de echte uitleg. “Met fibersnel internet bedoelen we dat je downloadsnelheden tot 1 Gbps en uploadsnelheden tot 40 Mbps kan halen, afhankelijk van je Telenet-abonnement. Die snelheden zijn beschikbaar omdat je netwerk vandaag al voor 95 procent uit fiber bestaat”, klinkt het. Hoelang ze daar nog mee wegkomen, zal de tijd uitwijzen. Proximus liet eerder al weten nauw toe te zullen zien op de naleving van de uitspraak.

Telenet fibersnel internet
Telenet houdt ten tijde van het schrijven van dit stuk nog vast aan de fibersnel-term – © via Telenet

Waarom is het misleidend?

Telecomproviders promoten al jaren glasvezel als de toekomst van internet. Begrijpelijk: de techniek maakt veel hogere snelheden mogelijk, met name bij het uploaden. Fiber kan in theorie symmetrische down- en uploadsnelheden leveren, al gelden daarvoor soms wel technische beperkingen. Voor sommige consumenten is dat reden genoeg om voor een glasvezelprovider te kiezen.

Nu kan je zeggen: de snelheden staan toch gewoon vermeld op de productpagina’s? Dat klopt. Maar veel mensen hebben geen duidelijk beeld van wat die cijfers betekenen, of wat ze mogen verwachten van glasvezel. Als een provider ‘fibersnel internet’ belooft, geloven veel klanten dat ze daarmee ook fiber krijgen, maar dat blijkt in de praktijk niet zo te zijn.

En hoewel 1 Gbps download via coax niet traag is, blijft de uploadsnelheid met 40 Mbps ronduit beperkt. Zeker voor wie werkt met grote bestanden of vaak uploadt, is dat een knelpunt. Ter vergelijking: bij échte fibernetwerken is 50 Mbps meestal het absolute minimum voor upload. Bij het 10Gbps-abonnement van Proximus loopt dat zelfs op tot 1,5 Gbps. Symmetrisch is het zelden, maar het wordt wel via fiber geleverd en dat biedt bijkomende voordelen. Fiber heeft minder last van netwerkverzadiging, wat betekent dat je ook op piekmomenten, zoals ’s avonds, een stabielere en hogere snelheid behoudt. Bovendien komt de praktijksnelheid vaker overeen met wat de provider belooft.

Netwerken van Orange en Telenet

Maar, zou je wellicht zeggen: Orange en Telenet gebruiken toch fiber voor hun netwerken, dus het is toch niet helemaal gelogen? Dat klopt wel, maar het vraagt om nuance. Het gaat bij hen om een Hybrid Fiber Coax-netwerk, waarbij alleen het deel tussen de centrale en de wijkkast uit glasvezel bestaat. De aansluiting tot in huis blijft een klassieke coaxkabel, en die kent de nodige beperkingen: hogere latentie, hoger stroomverbruik en vooral lagere snelheden.

De reden dat die coaxaansluiting blijft bestaan, is grotendeels financieel. Volledige verglazing tot in huis zou miljarden kosten voor nieuwe netwerkkabels, aangepaste modems en langdurige vergunningsprocedures. Je breekt nu eenmaal niet zomaar even de stoep op voor een nieuwe kabel. Bovendien moet de kabel ook nog binnenshuis worden aangelegd en de bestaande coaxinfrastructuur verwijderd. Providers als Orange en Telenet benadrukken intussen dat hun huidige coaxnetwerk schaalbaar is en klaar voor de toekomst.

De ontwikkelaar van de coaxstandaard, CableLabs, meent zelfs dat er nog flink wat marge zit op coax, zeker voor providers die nog niet naar DOCSIS 4.0 (de standaard) zijn overgestapt. Een bijkomende reden om vast te houden aan coax is digitale televisie. Die loopt bij Orange en Telenet via coax, anders dan bij Proximus, dat al jaren enkel IP-tv aanbiedt. De DOCSIS-standaard, waarop coax gebaseerd is, voorziet aparte bandbreedte voor televisie. Het is wel degelijk mogelijk om IP-tv via coax aan te bieden, wat Telenet intussen doet met zijn TV-box IP, maar dat vergt wel bijkomende investeringen in infrastructuur. Pas als zo’n proces volledig afgerond is en digitale tv is ‘uitgeschakeld’, kan de provider die bandbreedte elders benutten.

Toekomst van de DOCSIS-standaard

Voor de Belgische providers zijn de technische mogelijkheden van de coaxstandaard zo in elk geval nog niet uitgeput. Telenet biedt nu 1 Gbps download en 40 Mbps upload via DOCSIS 3.1. Die versie ondersteunt eigenlijk al snelheden tot 10 Gbps download en 1 à 2 Gbps upload. De nieuwe versie, DOCSIS 4.0, maakt zelfs symmetrische uploadsnelheden tot 6 Gbps mogelijk. De Amerikaanse provider Comcast maakt al volop gebruik van deze standaard en biedt snelheden tot 2 Gbps in beide richtingen aan. Nog hogere snelheden zijn in tests gehaald, maar worden voorlopig niet commercieel aangeboden.

Ook Telenet heeft plannen om snel over te schakelen op DOCSIS 4.0. Liberty Global, het moederbedrijf, kondigde die overstap midden 2025 aan. De uitrol zal mogelijk echter nog enkele jaren duren. Bovendien heb je als klant niet alleen een nieuw abonnement nodig, maar ook een compatibele modem. Niet onbelangrijk voor de provider: deze upgrade is aanzienlijk goedkoper dan een volledige fiberuitrol. Volgens Liberty Global bedraagt de kostprijs ongeveer 100 euro per aansluiting, ruwweg tien procent van de kosten voor verglazing. Die schatting is gebaseerd op cijfers van Ziggo in Nederland, maar verwacht wordt dat de situatie in België vergelijkbaar is. Ook dan nog gaat het om een flinke investering van Telenet, die benadrukt dat de provider voorlopig nog wel gebruik blijft maken van coaxkabels.

De grote vraag is hoeveel rek de coaxtechnologie nog heeft. CableLabs werkt al aan DOCSIS 5.0, maar communiceert weinig over de concrete mogelijkheden. Er wordt gespeculeerd over snelheden tot 25 Gbps, maar het is onduidelijk of die ooit buiten het lab haalbaar zullen zijn. Juist die toekomstige upgrademogelijkheden zullen bepalen hoelang Telenet en Orange nog van dit netwerk gebruik kunnen maken.

DOCSIS-standaarden op een rijtje
Coax staat niet stil, al lijkt dat bij telecomproviders soms wel zo. Zij moeten versie 4.0 (een standaard uit 2019) vaak nog uitrollen – © CableLabs

Verglazen met Wyre

Toch kan Telenet het niet laten om met volwaardige fibernetwerken aan de slag te gaan. Dat gebeurt via Wyre, een samenwerking met netbeheerder Fluvius. Wyre rolt glasvezelnetwerken uit in Vlaanderen en delen van Brussel, tot achter de voordeur (Fiber to the Home). Geen hybride netwerken dus, maar echte fiber: dat is gepland in 78 procent van de gebieden waar Wyre actief wil zijn. Is fiber geen optie en ligt er nog geen glasvezel-backbone voor coax, dan zal Wyre die alsnog aanleggen. Zo kan je dus toch glasvezel krijgen via Telenet, al zal de volledige aanleg van dat netwerk nog wel even op zich laten wachten.

Hoopgevender is misschien dat Proximus met Telenet wil samenwerken aan fibernetwerken in minder dichtbevolkte gebieden. Zo hoeft de stoep maar één keer opengemaakt en worden de kosten gedeeld. Dat netwerk zou ook toegankelijk zijn voor Telenet-klanten, maar het project ligt voorlopig on hold in afwachting van goedkeuring door de regulator (BIPT). Zelfs als het project groen licht krijgt, zal het nog jaren duren voor klanten er iets van merken. Dat komt onder meer door de vaak trage besluitvorming bij vergunningen voor openbare werken. Toch lijkt de koers uitgezet richting een toekomst waarin ook Telenet, en mogelijk later Orange, coax definitief inruilt voor volwaardige glasvezelverbindingen.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang elke week het beste van Clickx in je mailbox.

Volg Clickx op Google Nieuws om onze nieuwste artikels in je feed te krijgen. Vergeet niet om op ‘Volgen’ te klikken.

Onderwerp: Glasvezel, Netwerk, Orange, Telecom, Telenet

Meer relevante berichten

Abonneer op Clickx

Krijg Clickx magazine 10 keer per jaar (waarvan 2 extra dikke dubbelnummers) keurig thuisbezorgd.