copyright ai
© iStock

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang elke week het beste van Clickx in je mailbox.

The New York Times, Georges R.R. Martin en Getty Images: alle drie hebben ze een lopende rechtszaak tegen grote AI-bedrijven. De komst van generatieve AI zorgt voor felle discussies over wat nu auteursrechtelijk beschermd wordt en wat niet. Maar hoe zit het nu precies met die wetgeving? Mogen die artificiële machines wel zomaar content gebruiken?

AI is hier en er valt geen ontkomen meer aan. Voor zowat alles is er wel een AI-tool ontwikkeld. Reisplanning maken, een emotioneel lied schrijven of de volgende Da Vinci schilderen: de algoritmes kunnen het allemaal. Bij het ontwikkelen van deze nieuwe technologische revolutie duiken allerlei maatschappelijke vraagstukken op. De impact van AI-systemen valt niet te onderschatten. Heel wat mensen hebben zich uitgesproken over hun behoedzaamheid om AI-systemen overal te implementeren. Zo is er de angst dat AI werkgelegenheid zou afnemen. Door middel van automatisering zullen bepaalde jobs waarschijnlijk verdwijnen. Daarnaast is er ook het ethisch aspect: kan AI wel neutrale antwoorden geven als al de data van het internet wordt gehaald? Worden zo bepaalde discriminerende visies niet versterkt?

Op vlak van privacy gaan AI-systemen ook vrij ondoorzichtig te werk. Hoe gaan zij om met gegevens die ze ophalen uit hun bronnen en gegevens die wij zelf (online) invoeren? Een aantal van die vragen brengt ons bij copyrightwetgeving en AI. Die twee lopen namelijk niet helemaal hand-in-hand. Auteursrecht is gebaseerd op werken die gemaakt worden door de mens. Die wetgeving was er duidelijk niet klaar voor om het te hebben over originele werken die geproduceerd worden door ‘iets anders’. Voor de productie van die originele werken maakt AI gebruik van een heleboel data. En het is al meteen bij die dataverzameling dat het al snel fout kan lopen en copyright niet altijd ongeschonden blijft. AI laat een virtuele machine (een zogenaamde bot) toe om menselijk gedrag te vertonen, zoals redeneren, plannen en iets creatiefs maken. De computer verzamelt data, verwerkt ze en reageert erop. Daarnaast verschillen AI-systemen van andere toepassingen doordat ze staat om hun gedrag aan te passen op basis van resultaten van de voorafgaande acties. Zo kan het programma bijleren en wordt het dus als autonoom gezien. Generatieve AI maakt daarbij zelf content aan, als reactie op een input of prompt van een gebruiker. Maar het zelf nadenken is eigenlijk een illusie: die content, die moet natuurlijk ergens op gebaseerd zijn.

Bananen en apen in de rechtszaal

Al deze systemen berusten zich op eerder geproduceerde content, maar net die wordt auteursrechtelijk beschermd. Het is de regelgeving voor creaties of voortbrengselen van de geest, die het gewone of het banale overstijgen. Het is een onderwerp waar enorm veel discussie rond is ontstaan, met een reeks rechtszaken als gevolg. Waar trek je namelijk de grens voor iets ‘banaals’? Wanneer is iets origineel? Je hebt bijvoorbeeld kunstenaars die een banaan tegen de muur plakken en daarna het welletjes vinden voor die dag. De vraag of het idee van de banaan aan die muur auteursrechtelijk beschermd is, is al meermaals voorgelegd aan een rechter.

Deze banaan werd niet door de originele kunstenaar geplakt. Is dat wel legaal?

Een eerste dilemma is of een creatie gemaakt door een AI-systeem auteursrechtelijk beschermd is. Als Midjourney een afbeelding genereert, mag die dan niet nagemaakt worden? In het Belgisch wetboek staat duidelijk vermeld dat de uitgever van een auteursrechtelijk beschermd werk een natuurlijk persoon moet zijn, een mens dus. Dat wil in principe zeggen dat er geen bescherming kan gegeven worden aan creaties van AI. De vraag die je wel kan stellen, is of AI zelf kan gezien worden als een eigen entiteit. Hoewel de toepassing een berg aan data verzamelt, verwerkt en daaruit een output creëert, wordt die nog steeds gemaakt door een leger aan codeurs, programmeurs en designers. Die hebben nog steeds hun stempel gedrukt op de manier waarop het programma redeneert en dingen publiceert. Hoort het auteursrecht van die creaties dan toe aan de makers van het programma zelf? Daarnaast is er ook altijd een persoon die een prompt in het programma invoert. Midjourney heeft altijd iemand nodig die inspiratie geeft voor zijn volgend kunstwerk. Zijn degenen die het programma van input voorzien de werkelijke eigenaars? Momenteel is daar nog geen duidelijkheid over. De Europese Commissie stort zich volop op deze vraagstukken. In een rapport uit 2020 kwam de vraag van auteursrecht op AI-gegenereerde kunst ter discussie. Daar werd besproken dat iets auteursrechtelijk ook iets menselijk moet zijn.

Vast en zeker komt hier in de toekomst een uitgebreidere regelgeving over. Het menselijk aspect zal nog steeds van belang zijn, maar de vraag zal zijn in hoeverre iets menselijk is. In de VS werden de regels reeds bijgesteld, waarbij ‘human authorship’ van belang is. Een mens moet een significante bijdrage hebben geleverd aan het eindproduct. Dat kan bijvoorbeeld zijn door het bewerken van een AI-afbeelding in Photoshop, of het toevoegen van andere instrumenten in een AI-muziekstuk. Een soortgelijke case die wel kan gebruikt worden om hierop antwoord te geven, draait rond de vraag of een aap auteursrecht heeft. De Britse natuurfotograaf David Slater had ooit wat camera’s achtergelaten bij een leefgebied van kuifmakaken. Die waren geïnteresseerd in de toestellen en hebben een heleboel foto’s genomen, waaronder een paar prachtige selfies. De foto’s werden later gebruikt op Wikipedia, maar Slater klaagde hen aan voor het illegaal gebruik van zijn auteursrechtelijk beschermd materiaal. Alleen: het was niet hij die die foto’s had gemaakt, maar de apen. Na veel discussie werd deze vraag uiteindelijk nooit in een rechtszaak beantwoord. De zaak ging er onder andere over of hij toch niet de maker was van het materiaal, want de band die hij met de apen had opgebouwd, was misschien de reden dat ze de camera in hun handen hadden genomen. Die apen kunnen een mooie allegorie zijn voor AI: de content die AI genereert wordt gemaakt door de mens, maar ook door hun eigen hand. Voor wie telt het auteursrecht dan?

De beroemde aap-selfie: van Slater of van het publiek domein?

Inspireren mag, kopiëren niet

Die vraag is op Europees vlak nog niet beantwoord, maar daar zijn ook minder rechtszaken over. Wat drukker besproken wordt, is het omgekeerde aspect: het auteursrecht op de content die door AI wordt gebruikt. AI moet namelijk getraind worden door miljoenen stukjes gegevens, alleen zo kan die slimmer worden. Gelukkig is er het internet: kant-en-klaar verpakte informatie om de grote AI-machine te laten draaien. Alleen is veel van die content op het internet auteursrechtelijk beschermd. Is het gebruik van die internetdata illegaal? In het auteursrecht geldt de regel: inspireren mag, kopiëren niet. Dit is van toepassing op zowel mensen als AI. Teksten of afbeeldingen gegenereerd door AI zijn in principe nieuwe creaties, gebaseerd op bestaand materiaal, maar niet identiek. De AI wordt getraind met openbaar beschikbare teksten van het internet om patronen te herkennen en beslissingen te nemen. Dit roept de vraag op of het trainen van AI als inspiratie beschouwd kan worden. De gegevensverzameling wordt uitgevoerd door de machine, niet door mensen. Dus of het effectief ‘inspiratie’ is, is niet duidelijk. Een uitdaging is dat taalmodellen zoals ChatGPT zelden bronvermeldingen bevatten, wat discussies en rechtszaken kan veroorzaken over de herkomst van de tekst. Daardoor is er niet echt controle mogelijk op het gebruik van auteursrechtelijk materiaal in AI-systemen. Een waaier aan rechtszaken lopen momenteel tegen grote AI-bedrijven, wegens de schending van auteursrecht. Vele kunstenaars, schrijvers, academici of bedrijven hebben het gevoel dat AI hun data gebruikt. Let hierbij op de woorden: het gevoel. Er is geen lijst van data die AI gebruikt, dus valt het niet te bewijzen dat dit effectief in de machine zit. In Europa komt de AI Act eraan: een heleboel regels die focussen op privacy en andere wettelijke gebieden. Deze wet zou onder meer eisen dat de makers van de AI-software een duidelijke samenvatting publiceren van de bronnen die ze gebruiken voor het trainen van de generatieve AI. De vraag blijft of het gebruik van auteursrechtelijk materiaal daarbij illegaal is.

Rechtszaken

Verschillende rechtbanken wereldwijd (maar vooral in de VS) moeten over zaken oordelen waarin AI een rol speelt. Zo lopen in de Verenigde Staten momenteel verschillende rechtszaken rondom auteursrecht en AI. De bekende schrijver George R.R. Martin heeft onder de Amerikaanse Writers Guild een klacht ingediend tegen OpenAI. Volgens hen traint ChatGPT ongeoorloofd met hun werken, zonder toestemming van de auteurs. Deze zaak is momenteel nog lopende. Daarnaast zijn verschillende kunstenaars ook naar het hof getrokken voor een gelijkaardige zaak. Sarah Sandersen, een bekende cartoonist, klaagde Stability AI aan omdat ze hun systeem zouden trainen met content van haar. Deze zaken stuiten op de eerder benoemde moeilijkheden: is er weldegelijk reproductie van de kunstwerken door het AI systeem, of doet het enkel inspiratie op? Op het einde van vorig jaar volgde ook nog een grote rechtszaak: The New York Times heeft OpenAI en Microsoft aangeklaagd wegens het gebruik van haar inhoud om de systemen te trainen. De populaire Amerikaanse krant beweert dat ChatGPT letterlijk passages kopieert uit hun materiaal en dat ze de inhoud van de New York Times “bijzondere nadruk” geven en “proberen mee te liften op de enorme investering van de Times in de journalistiek door substitutieproducten te bouwen zonder toestemming of betaling”. Ook fotodiensten, zoals Getty Images en Shutterstock, delen in de zorgen rond AI. Getty Images heeft Stability AI voor de rechter gedaagd, wegens het schenden van hun copyright. Shutterstock gooit het over een andere boeg: zij hebben een akkoord met OpenAI, die het toelaat om te ‘leren’ van de foto’s van het bedrijf.

De populaire krant claimt dat OpenAI hun materiaal ‘steelt’.

Toekomstperspectief

De aanpak van bedrijven zoals OpenAI of Microsoft speelt een cruciale rol in hoe deze rechtszaken zullen evolueren. Kunnen zij duidelijkheid scheppen over waar hun bronmateriaal vandaan komt? Microsoft is alvast op de goede weg: Copilot geeft vaak bronnen weer van waar de informatie komt, als het gaat over tekst. Daarnaast geven ze ook een garantie dat het gebruikers van hun AI-producten zal beschermen als er rechtszaken volgen op vlak van auteursrecht. Als Copilot iets produceert dat auteursrechtelijk beschermd is, zal Microsoft dus tussenkomen, volgens het bedrijf. De opkomst van AI veroorzaakt een wervelwind aan maatschappelijke en juridische vraagstukken. Hoewel AI-tools zoals ChatGPT en Midjourney nieuwe creaties genereren op basis van bestaande materialen, blijft de kwestie van auteursrechtelijke bescherming vaag. De regelgeving is nog niet aangepast aan de realiteit van AI, waardoor er een juridisch niemandsland ontstaat. Met de EU AI Act in aantocht en voortdurende debatten over ethiek en transparantie, staat de vraag naar de verantwoordelijkheid en grenzen van AI in de samenleving centraal. De vraag bij ons is wanneer er een precedent zal beslissen wat AI-systemen wel en niet mogen doen. In mei wordt de EU AI Act in werking gesteld, maar deze gaat pas gradueel van toepassing worden. Een blijvende oplossing is dus momenteel nog niet in zicht.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang elke week het beste van Clickx in je mailbox.