Cijfers van PCPartPicker tonen dat vooral 256GB- en 512GB-SSD’s sinds november duurder zijn geworden. Het gaat voorlopig niet om spectaculaire sprongen, maar de richting is duidelijk: omhoog. In tegenstelling tot DDR5-RAM (waarvan de prijzen in sommige gevallen met meer dan 200 procent zijn gestegen) blijven NVMe-SSD’s voorlopig betaalbaar. Volgens de huidige data moet je rekenen op een meerprijs van zo’n 25 à 30 dollar, afhankelijk van capaciteit en merk.
In sommige gevallen liggen de prijzen zelfs nog onder het oorspronkelijke lanceringsniveau. Dat blijkt uit historische gegevens van prijsvolger CamelCamelCamel. Wie al langer een opslagupgrade overweegt, is dus nog niet te laat, maar dan ga je er wel snel bij moeten zijn.
AI zuigt ook NAND-geheugen leeg
De oorzaak ligt op dezelfde plek als bij het RAM-tekort: AI-datacenters. Grote technologiebedrijven kopen massaal geheugen in voor hun infrastructuur, waardoor producenten hun productie verschuiven naar lucratievere markten. Begin november waarschuwde Phison, een belangrijke leverancier van SSD-controllers, al dat alle grote NAND-flashproducenten hun prijzen verhogen. Volgens CEO K.S. Pua zal de bevoorrading ook de komende jaren krap blijven, net door die aanhoudende AI-vraag.
Die onzekerheid werd onlangs nog versterkt door het nieuws dat Micron stopt met zijn Crucial-consumentenproducten, waaronder zowel RAM als SSD’s. Ook bij Samsung wordt gekeken naar herschikking: het bedrijf zou overwegen om de productie van SATA-SSD’s af te bouwen om ruimte te maken voor andere NAND-toepassingen. PCPartPicker ziet intussen ook bij SATA-SSD’s een lichte prijsstijging, al blijft die voorlopig beperkt.
Nu kopen of nog even wachten?
Voorlopig blijft NVMe-opslag een stuk betaalbaarder dan werkgeheugen, maar de signalen zijn duidelijk: de goedkoopste periode lijkt achter ons te liggen. Wie zijn pc wil uitbreiden, doet er goed aan niet te lang te wachten, zeker zolang de druk vanuit de AI-sector aanhoudt.







