Je hebt een laptop met Windows 8 aangeschaft, maar op je desktop hou je het voorlopig mooi bij Windows 7. En dan is er nog dat toestel waar XP op draait, omdat dat zo fijn samenwerkt met je oude toepassingen. Zou het niet prettig zijn als al die apparaten samen in één netwerk zouden zitten, inclusief gedeelde mappen en printer?
Het moet gezegd: Windows XP is hier de spelbreker. Dankzij het ‘thuisgroep’-concept is het opzetten van een netwerkje (met gedeelde bronnen) vandaag erg makkelijk geworden, maar jammer genoeg heeft XP daar geen boodschap aan. Wil je de drie toestellen in eenzelfde netwerk, dan vergt dat dus enige voorbereiding. Ik ga er wel vanuit dat ze allemaal aan een switch hangen, al dan niet ingebouwd in je router. Verder meld je je bij de drie toestellen bij voorkeur aan met dezelfde Windows-account.
STAP 1 / XP voorbereiden
Op de XP-machine start je de Wizard Netwerk instellen via Alle programma’s, Bureau-accessoires, Communicatie. Na enkele informatieve vensters kies je Nee, ik wil op een andere manier verbinding met het internet maken. Druk op Volgende en kies De computer maakt verbinding met het internet via een gateway in mijn huis […]. Druk op Volgende, verzin een geschikte beschrijving voor het toestel en geef het een unieke computernaam mee. Druk nogmaals op Volgende en kies een gepaste werkgroepnaam. Een venster verder vink je Bestands- en printerdeling inschakelen aan. Druk nog een keer op Volgende (2x), selecteer Doorgaan met de wizard […] en rond af met Volgende en met Voltooien. Herstart je pc.
STAP 2 / Windows 7 & 8 voorbereiden
Ook op je Windows 7- en 8-toestel moet je een en ander voorbereiden. Om te beginnen controleer je of elk van beide pc’s wel een unieke computernaam heeft, maar dezelfde werkgroepnaam (als je XP-toestel). Start hiervoor de Verkenner op, rechtsklik op Computer en kies Eigenschappen. Klik op Instellingen wijzigen. Op het tabblad Computernaam lees je zowel de computer- als de werkgroepnaam. Via de knop Wijzigen pas je desgewenst (een van) beide aan. Bevestig met OK (3x) en herstart je systeem als daar om gevraagd wordt.
STAP 3 / Thuisnetwerk kiezen
Vervolgens open je het Netwerkcentrum: rechtsklik op het netwerkpictogram in het Windows-systeemvak en kies Netwerkcentrum openen. Zie je bij het netwerkpictogram Openbaar netwerk (of Bedrijfsnetwerk) staan, dan moet je dat eerst in Thuisnetwerk / Particulier netwerk veranderen. In Windows 7 doe je dat simpelweg door op die naam te klikken en Thuisnetwerk te kiezen. In Windows 8 is dat iets lastiger … Klik op het netwerkpictogram in het Windows-systeemvak, zodat het Charms-paneel verschijnt. Hier klik je met de rechtermuisknop op de naam van je netwerk, kies je Andere netwerklocatie en klik je op Ja, schakel delen en verbinding maken met apparaten in. De naam verandert nu automatisch in Particulier netwerk.
STAP 4 / Geavanceerde instellingen
We blijven nog even in het Netwerkcentrum. In het linkerpaneel selecteer je Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen. Vouw het bedoelde netwerkprofiel open (Thuis of werk in Windows 7; Particulier netwerk in Windows 8) en activeer de volgende opties: Netwerkdetectie inschakelen en Bestands- en printerdeling inschakelen. Specifiek voor Windows 7 vink je bovendien de volgende opties aan: Delen inschakelen, zodat iedereen met netwerktoegang bestanden in de openbare mappen kan lezen en schrijven, en Met wachtwoord beveiligd delen uitschakelen. Dat laatste doe je best al in dit stadium; later kan je deze instelling desnoods nog aanpassen. Bevestig met Wijzigingen opslaan.
STAP 5 / Mappen delen
Uiteraard kan je ook eigen mappen delen. Dat gaat het makkelijkst als volgt. Start op je toestellen de Verkenner op en ga naar het menu Extra, Mapopties, Weergave. In Windows 8 open je hiervoor het tabblad Beeld en klik je uiterst rechts, bij Opties, op Map- en zoekopties wijzigen. Vervolgens zorg je ervoor dat er een vinkje staat bij Wizard Delen gebruiken (7 en 8) of bij Eenvoudig delen van bestanden gebruiken (XP Professional). Bevestig met OK en navigeer naar de map die je wil delen.
Klik die met de rechtermuisknop aan en kies Delen met, Specifieke personen (Windows 7 en 8). Daar vul je Iedereen in (zodat alle netwerkgebruikers toegang krijgen), waarna je bevestigt met Toepassen en het gewenste machtigingsniveau instelt, bijvoorbeeld Lezen/schrijven. Bevestig met Delen en Gereed. In Windows XP kies je dan weer Delen en beveiliging en plaats je op het tabblad Delen een vinkje bij Van deze map een gedeelde netwerkmap maken. Bedenk een duidelijke sharenaam en zet desgewenst een vinkje bij Netwerkgebruikers mogen mijn bestanden wijzigen. Bevestig met OK.
STAP 6 / Gedeelde mappen benaderen
De shares kan je nu bereiken vanuit (het linkerpaneel van) de Verkenner. In Windows 7 en 8 open je de rubriek Netwerk. In Windows XP klik je Mijn netwerklocaties open en ga je via Microsoft Windows-netwerk,
STAP 7 / Printer delen
Wil je een USB-printer delen die bijvoorbeeld aan je Windows 7-toestel hangt, open dan Apparaten en printers, klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en kies Eigenschappen van de printer. Open het tabblad Delen en plaats een vinkje bij Deze printer delen. Geef die een korte, duidelijke naam mee. Voor alle zekerheid druk je ook op de knop Extra stuurprogramma’s, waar je een vinkje plaatst bij het pc-type waarmee je deze printer wil delen: er wordt je dan wel om het bijhorende stuurprogramma gevraagd. Bevestig met Toepassen en met OK.
STAP 8 / Gedeelde printer benaderen
In Windows 8 tik je in het opstartscherm printer in en klik je in het Charms-paneel op Instellingen. Selecteer Geavanceerde printerinstellingen, en Windows detecteert automatisch de gedeelde printer. Is dat niet het geval, klik dan op De printer die ik wil gebruiken staat niet in de lijst en vul zelf het unc-pad naar die gedeelde printer in: \win7-computernaamprintershare-naam (bijvoorbeeld \windows7laser). Op je Windows XP-toestel ga je naar Printers en Faxapparaten en kies je Een printer toevoegen. Druk op Volgende en vink Netwerkprinter of een printer die met een andere computer is verbonden aan. Druk nog een keer op Volgende en vul bij Naam het unc-pad naar de printer in. Of je kiest Een printer zoeken. Voltooi de wizard en printen maar!