Achtergrond

AI-groei verstoort DRAM-sector: RAMp in wording

AI infrastructuur
© Nvidia

AI heeft een gigantische impact op ons leven, of dat is toch de belofte. Maar de makers van AI-toepassingen hebben ook nu geen ongelijk, want de snelle opkomst van AI heeft verregaande gevolgen voor de chipsector, en dat ga jij ook in je portemonnee voelen.

Het idee dat kunstmatige intelligentie ons leven wereldschokkend gaat veranderen, moet zich nog bewijzen. Toch zeker voor consumententoepassingen: het gaat immers nog niet veel verder dan wat AI-chatbots en geinige AI-features voor het bewerken van foto’s. Toch neemt AI stilaan ‘de wereld over’: ’s werelds meest waardevolle bedrijven houden zich stuk voor stuk bezig met chatbots en andere eehai-toepassingen. Neem Nvidia: eens vooral bekend van zijn GPU’s in zakelijke workstations en gaming-pc’s, maar nu de koning der AI-GPU’s, met een beurswaarde van 4,49 biljoen dollar. OpenAI, mogelijk de belangrijkste AI-speler ter wereld, werd recent gewaardeerd op 500 miljard dollar. En zo zou je er nog wel een aantal kunnen opnoemen.

Vast staat dat AI als extreem waardevol wordt gezien en dat blijkt ook uit investeringsbereidheid. De investeringsdeals ter waarde van tientallen of soms wel honderden miljarden dollars vliegen je om de oren. Miljarden die rechtstreeks in infrastructuur en, nog belangrijker, hardware gestoken worden. En juist dat laatste zorgt stilaan voor problemen. Niet omdat het geld op is, maar vanwege de beperkte productiecapaciteit van geavanceerde chips. Chipfabrikanten staan dan ook voor de keuze hoe ze hun productiecapaciteit willen verdelen, en die keuze wordt veelal bepaald door hun AI-doorgedreven investeerders. Heel wat bedrijven prioriteren dan ook leveranties voor AI-projecten, terwijl consumenten die chips willen hebben achteraan in de rij mogen aansluiten of de hoofdprijs betalen.

Ongelijkheid vraag-aanbod

Voorlopig zijn het vooral de fabrikanten van DRAM-chips, de chips voor werkgeheugen (lees: RAM), die tegen zo’n AI-obstakel aanlopen. De vraag naar RAM is plots gigantisch gestegen, zonder de mogelijkheid om de productiecapaciteit te verhogen. Intussen is er zodoende een tekort aan DRAM-chips en dat zie je in de prijzen van RAM: een kit van 32 GB RAM is sinds deze zomer 300 tot 400 euro duurder geworden en de prijsstijgingen zijn nog lang niet voorbij. Het is zelfs maar de vraag of daar de komende jaren verandering in komt.

Ongewoon is zo’n disbalans in vraag-aanbod van DRAM overigens niet. Elke vier tot vijf jaar loopt het spaak in het vraag-aanbodevenwicht. Zo schoten de prijzen van DDR4-geheugen in 2017 en 2018 ineens gigantisch omhoog, om daarna te stabiliseren naar reguliere waarden en zelfs daaronder vanwege gigantische overschotten. Fabrikanten hadden hun productiecapaciteit in die tijd fors uitgebreid, maar kregen vervolgens te maken met een afnemende vraag naar DRAM-chips. Het bleek een bepalende periode voor de geheugenmarkt: fabrikanten van DRAM zijn sindsdien terughoudender met het opschroeven van de productiecapaciteit.

Het is namelijk maar de vraag of ze die investering ooit terugverdienen of dat het financieel juist negatief uitpakt. Meer chips produceren, zeker als de vraag stabiliseert, zorgt immers voor teruglopende inkomsten. Wat dit proces bemoeilijkt, is de lange aanloopperiode naar de opening van een chipfabriek. Van de eerste steenlegging tot de opening zit een periode van ongeveer drie jaar en het is allerminst zeker dat de vraag over drie jaar nog zo hoog is als vandaag het geval is. Chipfabrikanten zijn dus afwachtend geworden en dat ga jij blijven merken.

OpenAI neemt plots 40% van de DRAM-productie ‘in beslag’, terwijl het aanbod nauwelijks groeit.

Er zijn eigenlijk maar twee factoren die deze houding kunnen doorbreken: een dalende vraag naar chips van consumenten, of een andere fabrikant die plots wél zijn productiecapaciteit verhoogt. Het enige probleem is dat er wereldwijd eigenlijk maar drie DRAM-fabrikanten zijn: Micron, Samsung en SK Hynix. In China zijn er ook nog een aantal kleinere spelers, maar een rol van betekenis hebben ze niet. Zou SK Hynix echter plots beslissen om zijn capaciteit te verhogen, dan is het goed mogelijk dat Micron en Samsung in diens voetsporen volgen om zo veel mogelijk chips te kunnen verkopen.

40% naar OpenAI

Dat de vraag naar DRAM flink gestegen is dankzij AI, was eigenlijk al een publiek geheim. Voor AI-GPU’s van Nvidia zijn gigantische hoeveelheden DRAM nodig. Een Blackwell GB300-chip van Nvidia bevat liefst 288 GB VRAM. OpenAI heeft de druk op de chipmarkt recent nog fors verhoogd door een chipdeal te sluiten met Samsung en SK Hynix. De twee DRAM-fabrikanten zullen maandelijks 900.000 DRAM-wafers voor OpenAI reserveren; die wafers worden dan weer verwerkt tot losse geheugenchips. Het gaat dus voor de goede orde niet om 900.000 geheugenchips, maar om wafers waaruit de chips worden gehaald. Dat klinkt misschien als een relatief klein aantal op de totale chipmarkt, maar volgens experts gaat het om 40% van de totale waferproductie voor DRAM. De AI-gigant neemt dus plots 40% van de DRAM-productie in beslag, terwijl het aanbod nauwelijks groeit. Voor 2026 wordt een groei van 6 tot 8% verwacht, terwijl de vraag met een veelvoud daarvan toeneemt.

En dat is niet eens het volledige probleem met de huidige DRAM-markt. Waferfabrikanten voelen namelijk ook de druk om een ander type DRAM te produceren. Voor consumententoepassingen wordt zogeheten Double Data Rate (DDR) RAM geproduceerd, terwijl er voor AI-toepassingen nood is aan High Bandwidth Memory (HBM) met hogere datasnelheden. En zomaar om- of terugschakelen is er ook niet bij. Dus kiezen steeds meer fabrikanten voor HBM-geheugen, wat ook fors meer geld oplevert. HBM-geheugen is namelijk waardevoller dan regulier DDR-geheugen. Bovendien zijn partijen als Nvidia, als je geheugen van goede kwaliteit is, geïnteresseerd in gigantische hoeveelheden, zoals nu dus ook het geval is bij OpenAI.

Wafer met chips
OpenAI heeft op grote schaal DRAM-wafers opgekocht, met een op het moment van schrijven onbekend doel – © iStock

Vaarwel, Crucial

Dat fabrikanten voor AI kiezen, is lang niet alleen iets dat in de achterkamertjes gebeurt. Geheugenfabrikant Micron zette op woensdag 3 december 2025 een punt achter zijn consumententak Crucial. Dat merk stond bekend om betaalbare RAM- en opslagproducten en werd in 1996 opgericht als dochter van Micron. Al langer was bekend dat het bij Crucial niet van een leien dakje liep: de RAM- en SSD-fabrikant kampte al jaren met een teruglopend marktaandeel en voelde, al is dat nooit zozeer bevestigd, waarschijnlijk forse spanningen met moederbedrijf Micron. Als chipfabrikant zit Micron namelijk heel anders in het spel, met een focus op volumeverkoop en grote investeringen, waarbij het bedrijf zelf ook weet dat het gigantische winsten kan pakken bij DRAM-tekorten. Voor Crucial pakt dit eerder nadelig uit en zouden ze niets liever willen dan hun producten tegen zo laag mogelijke prijzen aanbieden. Tegenstrijdige belangen dus, waarbij Crucial na een lange strijd aan het kortste eind trekt.

Micron maakt in een verklaring ook snel duidelijk waarom het afscheid neemt van Crucial: “De door AI gestuurde groei in datacenters heeft geleid tot een sterke stijging van de vraag naar geheugen en opslag. Micron heeft de moeilijke beslissing genomen om zich terug te trekken uit de Crucial-consumentensector om de levering en ondersteuning voor onze grotere, strategische klanten in sneller groeiende segmenten te verbeteren”, aldus Microns Chief Business Officer Sumit Sadana. Sadana wil de miljoenen klanten van Crucial nog wel bedanken. Dankjewel voor niets, Micron.

Nadelig voor telefoons

De DRAM-tekorten worden doorgaans specifiek aan pc’s gekoppeld, maar de tekorten hebben een veel bredere impact, en dat gaat zelfs zo ver als je toekomstige smartphone. Samsung Electronics, dat Samsung-telefoons verkoopt, kreeg bijvoorbeeld nul op het rekest toen het bij Samsung Semiconductors aanklopte voor geheugenchips voor de Galaxy S26-serie. De smartphonetak zou te weinig over hebben voor de geheugenchips van Semiconductor en moet dus een andere leverancier vinden. Waarschijnlijk dus ook een leverancier waarbij Samsung fors meer moet betalen voor RAM, met potentieel duurdere telefoons tot gevolg.

En dat treft niet alleen Samsung. Ook Xiaomi heeft eerder al laten weten zijn smartphoneprijzen te zullen verhogen, om de simpele reden dat RAM duurder geworden is; zo zullen er komend jaar waarschijnlijk meer volgen. We verwachten ons daarnaast uiteraard aan hogere prijzen voor zakelijke en consumenten-pc’s. Hoewel fabrikanten vaak voor langere perioden prijzen vastleggen, lopen die deals vanzelf ook ten einde en zullen geheugenfabrikanten er alles aan doen om zo snel mogelijk hogere winstmarges te krijgen op de weinige chips die ze nog kunnen verkopen.

LPDDR-chips van Samsung voor telefoons
Samsung Semiconductor is een van de grootste DRAM-producenten voor smartphones, maar wijst nu dus zelfs zijn interne smartphonedivisie de deur om de AI-race te winnen – © Samsung

Oplossing voor de geheugencrisis

Het opschroeven van de productiecapaciteit door Micron, Samsung en SK Hynix zou de makkelijkste oplossing zijn, al is de kans, zoals gezegd, klein dat dit op korte termijn al gebeurt. Tenzij de fabrikanten er zeker van zijn dat ze deze capaciteit op de lange termijn kunnen benutten, zullen ze eerder afwachtend blijven reageren en slechts met mondjesmaat capaciteit toevoegen.

Kleinere geheugenfabrikanten zouden nog wel deel kunnen uitmaken van de oplossing. Voor hen ligt er juist op deze momenten een kans om hun productie sneller op te schroeven en in het gat te springen dat de grote merken achterlaten vanwege de vraag naar AI-geheugen. Een andere mogelijke oplossingsrichting ligt bijvoorbeeld bij de Europese Unie of de VS. Met nieuwe wetgeving zouden zij fabrikanten kunnen lokken om hun productiecapaciteit uit te breiden, zoals ze dat eerder (met wisselend succes) hebben geprobeerd met de Chips Acts. Maar ook dan geldt nog: voordat een fabriek operationeel is, ben je minstens enkele jaren verder.

Het geheugengebruik, dus hoeveel RAM we voor pc’s en smartphones nodig hebben, beperken is in dat opzicht een eenvoudiger keuze. Apple, Google en Microsoft zouden ertoe kunnen worden aangezet om hun besturingssystemen zo zuinig mogelijk met RAM te laten omgaan. Eigenlijk dus precies het tegenovergestelde van wat er de laatste jaren aan het gebeuren is. Telefoons met meer dan 8 GB RAM vormen tegenwoordig de norm, terwijl dat eerder nog 4 tot 6 GB was, en een Windows-pc met 24 GB of zelfs 32 GB RAM is ook helemaal zo gek niet meer. Een bijzonder proces, waar consumenten eigenlijk weinig baat bij hebben: het is immers niet zo dat apps nu zoveel geavanceerder geworden zijn, maar eerder dat ontwikkelaars minder moeite hoeven te doen om hun apps te optimaliseren voor zo min mogelijk RAM-verbruik, terwijl dat eerder nog wel noodzakelijk was. De oplossing zit dus niet per se in meer, meer, meer… maar juist in allemaal even iets minderen en de focus leggen op optimalisaties die al tijdenlang nodig zijn.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang elke week het beste van Clickx in je mailbox.

Volg Clickx op Google Nieuws om onze nieuwste artikels in je feed te krijgen. Vergeet niet om op ‘Volgen’ te klikken.

Onderwerp: Ai, Hardware, Ram

Meer relevante berichten

Abonneer op Clickx

Krijg Clickx magazine 10 keer per jaar (waarvan 2 extra dikke dubbelnummers) keurig thuisbezorgd.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief

Ontvang elke week het beste van Clickx in je mailbox.

Ook interessant:
Lezersaanbod

Geniet van exclusieve deals in onze webshop, met verbluffende kortingsacties op hoogwaardige producten.