Wil je een scène in verschillende stukken (shots) op de film vastleggen? Dan moet je er voor zorgen dat je bij ieder nieuw shot verandert van camerastandpunt.
Dit betekent dat je telkens je iets gefilmd hebt volledig van plaats moet veranderen met je camera. Daardoor krijg je een dynamisch filmpje. Doe je dit niet dan krijg je wat men noemt een ‘springer’.
Je kan nooit twee shots vanuit exact dezelfde camerapositie filmen; minieme bewegingen zijn onvermijdelijk. Als je je dan niet verplaatst zie je achteraf het beeld ineens verspringen bij de overgang van de shots. Dat is zeer storend en heel moeilijk om weg te werken als je je filmpje achteraf nog wil monteren.