In Windows 10 Professional, Enterprise en Education is het mogelijk om updates uit te stellen naar een later tijdstip. Op deze manier verzeker je je ervan dat kritieke software niet stopt met functioneren na een slechte update. Microsoft hanteert vaste periodes waarmee updates uitgesteld kunnen worden. Door een aanpassing te doen in het lokaal groepsbeleid kan je de uitstelperiodes een stuk langer maken.

Stap 1 / Types updates
Microsoft verdeelt de updates die het uitstuurt in drie groepen. Het eerste type update is een beveiligingsupdate, welke belangrijke lekken dicht. Deze updates kun je nooit uitstellen. De tweede groep updates bestaat uit functie-updates, welke nieuwe functies en grote aanpassingen aan bestaande functies brengen. Dergelijke updates kan je 60 dagen uitstellen. Tot slot biedt Microsoft eveneens kwaliteitsupdates aan die kleinere beveiligingsproblemen oplossen en drivers updaten. Deze kan je voor 35 dagen uitstellen.

Stap 2 / Windows Updates
Om updates uit te stellen, dien je in de eerste plaats na te kijken over welke versie van Windows 10 je beschikt. Klik hiervoor met je rechtermuisknop op het Windows-icoon en kies voor Systeem. Onder Windows-versie zie je staan of je Windows Home, Professional, Enterprise of Education gebruikt. Staat Windows 10 Home op je computer, dan kan je jammer genoeg de updates niet uitstellen. In het andere geval dien je de instellingenapp te openen. Ga naar Bijwerken en beveiliging, klik aan de linkerzijde op Windows Update en kies in het venster voor Geavanceerde opties. Om updates voor een periode van 30 of 60 dagen uit te stellen, vink je de optie Upgrades van onderdelen uitstellen aan.

Stap 3 / Lokaal groepsbeleid
Wil je de standaard uitstelperiodes aanpassen, dan kan je bij de editor voor lokaal groepsbeleid terecht. Je kan de tool raadplegen door met je rechtermuisknop op het Windows-icoon te klikken en voor Uitvoeren te kiezen. Voer in het venster gpedit.msc in en druk op enter. De editor voor lokaal groepsbeleid zal zich nu openen. Ga in de boomstructuur aan de linkerkant naar Computerconfiguratie, kies voor Beheersjablonen en klik op Windows-onderdelen. Scrol hierna naar beneden, kies voor Windows Update en klik tenslotte op Windows-updates uitstellen.

Stap 4 / Updates uitstellen
In het huidige venster van lokaal groepsbeleid zal je twee instellingen zien staan. Dubbelklik op de eerste om een configuratievenster te openen. Nadat je de optie Ingeschakeld hebt aangevinkt, kan je onder Opties kiezen hoelang functie-updates uitgesteld moeten worden. Je kan hiervoor een getal tussen 0 en 180 ingeven. Indien je de optie Onderdelenupdates onderbreken aanvinkt, zal de update 60 dagen op zich laten wachten, of tot je de optie uitvinkt. Ook kan je in het venster kiezen welke tak van updates je ontvangt. Bij Current Branch ontvang je updates wanneer Microsoft vindt dat ze klaar zijn voor algemeen gebruik. Updates naar de Current Branch for Business worden pas uitgestuurd wanneer Microsoft vindt dat ze klaar zijn voor bedrijfsklanten. Klik op OK wanneer je klaar bent met het aanpassen van de instellingen. Dubbelklik vervolgens op de instelling Selecteren wanneer kwaliteitsupdates worden ontvangen. Hier kan je dezelfde aanpassingen doen als bij de vorige instelling. Alleen het aantal dagen dat een update kan worden uitgesteld, is anders. Hier ben je beperkt tot een getal kleiner of gelijk aan 30.