Draadloos internet is zodanig ingeburgerd dat we de ethernetkabel collectief uit het oog verliezen. Toch zijn de meeste laptops en zowat alle computers nog steeds van een ethernetpoort voorzien. Worden die poorten binnenkort verbannen naar de wereld van de herinnering, zodat wij tegen de volgende generatie kunnen zagen over die goede oude tijd, toen het internet nog door een kabel liep? Hopelijk niet, want verbindingen via ethernet hebben nog heel wat voordelen.
Bekabeling schrikt veel mensen af, en niet zonder reden. Een kabel leggen kost tijd en moeite, en het is niet altijd mogelijk om de dingen toegankelijk maar toch uit het zicht te houden. Wifi is wat dat betreft veel eenvoudiger in gebruik. Eén enkel (goed geplaatst) toestel volstaat, en vaak wordt dat ding nog geplaatst en geconfigureerd door een technicus van je lokale internetprovider. Al wat je zelf hoeft te doen, is het wachtwoord ingeven wanneer je wil verbinden.
De werkelijkheid is natuurlijk een stuk minder rooskleurig: in de praktijk laat wifibereik binnenshuis vaak meer dan te wensen over. Vervelend, wanneer je betaalt voor een snelle internetverbinding wil je er immers gebruik van maken. Allerlei toestellen zoals range extenders kunnen je wifisignaal een boost geven, maar toch is het een goed idee om even na te denken en je af te vragen of een kabel niet geschikter zou zijn.
Handenarbeid
Het grootste nadeel van bekabeling is het initiële werk dat er mee verbonden is. Je moet fysiek ethernetkabels aanleggen van het toestel dat je wil verbinden naar je router, die niet noodzakelijk om de hoek staat. Dat wil zeggen dat je op je knieën kan kruipen om de bedrading onder het tapijt te steken, of de boormachine mag bovenhalen om de nodige gaten door de muur te boren. Gelukkig ben je niet belemmerd door de kost van een kabel: voor tien euro koop je een exemplaar van 50 meter lang, daar geraak je al wel ergens mee. Idealiter trek je de bekabeling al door de muren bij je nieuwbouw, maar bij 99 procent van de mensen die dit lezen zal die raad als vijgen na Pasen zijn.
In contrast is de aanleg van een wifinetwerk veel duurder. Wie een huis van enige omvang heeft, maar ook wiens stulpje voorzien is van stevige betonnen muren, zal geen degelijke wifidekking in zijn hele woonst kunnen voorzien met de goedkope standaardrouter die je van je internetprovider krijgt. Een goede router kost meer dan honderd euro, en voor een range extender tel je ook al snel 50 euro neer. Voor die prijs kan je heel wat kabels aanleggen.
Snelheid
Een verbinding met een ethernetkabel is niet alleen goedkoper, ze is ook stabieler. Ethernet is immers niet onderhevig aan storing. De kabel loopt van het toestel dat je wil verbinden tot de router, en terwijl blijft het internetsignaal op volledige sterkte. Daar komt bij dat een ethernetkabel een stuk sneller is dan een klassieke wireless b/g- of n-verbinding. Gigabit Ethernet, dat vandaag de standaard is, kan zoals de naam al doet vermoeden met snelheden tot 1000 megabit of 125 megabyte per seconde overweg.
De meest wijdverspreide wifistandaard is wireless n. In ideale situaties kan zo'n wifinetwerk transfersnelheden van 300 megabit of 37,5 megabyte per seconde halen. Dan is 1000 megabit aanzienlijk sneller, maar is dat ook van belang? Om enkel te surfen volstaat de draadloze snelheid. Je internetverbinding zelf is immers een stuk trager dan 37,5 megabyte per seconde.
Wanneer je een LAN-netwerk wil aanleggen, en toestellen in je huis onderling met elkaar wil verbinden, dan zijn de voordelen van gigabit ethernet al duidelijker. Data over een thuisnetwerk van computer naar computer verplaatsen gaat veel sneller dan over het internet. De limiterende factor zal in dit geval de snelheid van je harde schijven zijn. Gegevens uitwisselen tussen verschillende toestellen gaat nooit sneller dan de traagste schakel, in dit geval naar alle waarschijnlijkheid de lees- en schrijfsnelheid van je harde schijven. SSD’s schrijven en lezen veel sneller, en laptops of desktops op een LAN-netwerk met een SSD zullen optimaal kunnen profiteren van de snelheidsvoordelen van een ethernetverbinding.
WPA2
Ethernetkabels zijn niet enkel goedkoop en snel, ze zijn ook veiliger. Een draadloos netwerk, zelfs wanneer het beveiligd is, kan gekraakt worden door iemand die zich binnen het bereik bevindt. De oude WEP-encryptie is zo lek als een zeef, en mag je geenszins gebruiken, maar ook de WPA2-beveilingsstandaard die je momenteel op de meeste draadloze netwerken terugvindt, is niet waterdicht. Wifi zendt en ontvangt stralen binnen een ruim bereik, en dat is een inherent veiligheidsrisico.
Combinatie
Het allergrootste nadeel van ethernetkabels is de compatibiliteit met andere toestellen. Laptops, dekstops, digiboxen en zelfs tv’s hebben meestal wel een netwerkpoort, maar tablets en smartphones niet. De enige manier om die toestellen met je thuisnetwerk te verbinden is via wifi. Dat wil echter niet zeggen dat je ethernet mag afschrijven. In de praktijk is een gecombineerde oplossing vaak het voordeligst.
Apparaten die je niet verplaatst, zoals desktopcomputers of televisietoestellen, sluit je best aan op je router via een ethernetkabel. Zo ben je zeker van optimale prestaties zonder storingen. Ook een NAS sluit je best aan via ethernet. Een stabiele en snelle verbinding is voor zo’n toestel namelijk erg belangrijk.
Voor andere apparaten kan je draadloos internet gebruiken. Woon je in een huis met meerdere verdiepen, dan zal dat draadloos signaal echter niet zomaar tot boven geraken. De ideale oplossing is hier een zogenaamd toegangspunt of acces point. Zo’n toegangspunt, dat in iedere router is ingebouwd maar ook apart bestaat, zet een internetsignaal van een draad om in een draadloos signaal. Je kan dus een ethernetkabel van je router laten lopen naar de plaats in je huis die niet meer goed bediend wordt door je wifi. Daar koppel je een acces point aan de ethernetkabel, zodat je wifisignaal er met volle sterkte wordt uitgezonden.
Powerline
Wil je geen kabels doorheen je huis trekken, dan bestaat er nog altijd de powerline. Met een powerline gebruik je de elektriciteitskabels doorheen je huis als ethernetkabel. Een powerline bestaat uit twee toestellen die aan één kant een ethernetuitgang hebben, en aan de andere kant in het stopcontact passen. Je klikt dus een toestel in je stopcontact en in je router. Op een andere plaats in je huis klik je het tweede toestel in het stopcontact, en de ethernetkabel die daar uitsteekt zal van snel en stabiel internet voorzien zijn. Je kan er dan rechtstreeks een computer op aansluiten, of eventueel een acces point als je draadloos internet op die locatie wil. Het nadeel van powerlines is dat ze duurder zijn dan gewone ethernetkabels, maar het kost beslist minder moeite om ze te installeren.
Zowel wifi als ethernet hebben dus hun voordelen. Ethernet is sneller, veiliger, storingsbestendig en goedkoop, maar wifi is flexibel, eenvoudiger te installeren en compatibel met meer toestellen. Combineer je de sterktes van de twee, dan kan je het ultieme thuisnetwerk aanleggen, waar je overal de maximale snelheid zal ervaren en nergens een internetloze hoek hebt.