Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang elke week het beste van Clickx in je mailbox.

Zonder dat ik er erg in heb, sluipen meer en meer computers mijn huis binnen. En dan heb ik het niet alleen over de Mac en de Windows-pc die mijn vrouw en ik delen. Ook het nageslacht smokkelt zijn laptop naar de kamer, om nog te zwijgen van vrienden en liefjes die te pas en te onpas met hun netbooks komen binnenvallen. Hoe dan ook, vroeg of laat komt er altijd een opstoot van solidariteit, waarbij allerlei filmpjes, muziekjes of printers absoluut gedeeld moeten worden via het netwerk. Gelukkig zijn Windows 7 en Mac OS gemaakt om hartstochtelijk in elkaars armen te vallen.

STAP 1 / Wie is thuis?

Windows 7 maakt het gemakkelijk voor thuisgebruikers die onderling bestanden heen en weer willen schuiven. Het toverwoord is ‘thuisgroep’. Klik via Start op Computer. In de linkerkolom zie je de knop Thuisgroep staan. Klik op deze knop, zodat je in het volgende venster op de knop Een thuisgroep maken kan klikken. In het venster Een thuisgroep maken vink je aan wat je wil delen. De opties zijn: afbeeldingen, documenten, muziek, printers en video’s. Klik op Volgende, zodat de thuisgroep wordt aangemaakt. Wanneer dit is afgerond, verschijnt er een wachtwoord. Je kan dit straks nog wijzigen, maar bewaar het voorlopig in je tekstverwerker en sla het veilig op. Je zal het namelijk nog nodig hebben om andere computers toe te voegen aan de thuisgroep.

 

STAP 2 / Netwerkcentrum controleren

Ik wil een extra veilig netwerk, dus navigeer ik links naar Advanced settings. Ik begin bij de optie Status. Hier zie je welke toestellen op dit moment met je router verbonden zijn. In mijn geval is er dat eentje, en da’s positief: er zitten alvast geen onbekenden op mijn netwerk. Het tabblad dat ik nu nodig heb, is Wireless. Onderaan die pagina vind je de beveiliging van je netwerk. Ik merk tot mijn ontsteltenis dat die nog op WEP staat, een vrij verouderde beveiligingsstandaard. Dat kan beter. Ik klik op het pijltje naast WEP om een menu te openen en kies WPA2, een veel veiligere standaard. Vervolgens kies ik Passphrase als WPA-type, omdat ik zelf een wachtwoord wil verzinnen. Dat wachtwoord plak ik nu onder Passphrase. Wil ik de volgende keer verbinden met mijn draadloze netwerk, dan moet ik dat nieuwe paswoord intikken. Een klik op Apply en Save, en mijn beveiliging is al wat opgekrikt.

 

STAP 3 / Windows + Windows

Het wachtwoord dat Windows 7 automatisch aanmaakt, is altijd een sterk, moeilijk wachtwoord. In het venster Instellingen voor thuisgroep weergeven kan je dit wachtwoord wijzigen naar een eigen, makkelijker te onthouden exemplaar. Windows 7 zal binnen het netwerk zelf thuisgroepen detecteren waarbij je je wil aansluiten, en dan heb je dit wachtwoord nodig.

Op de computer die lid zal worden van deze thuisgroep, geef je aan wat je zelf wil delen, telkens met het wachtwoord indien nodig. Nadat je bent aangemeld bij een thuisgroep, vind je deze terug via Windows Verkenner. Ga naar Start en klik op Computer. In de linkerkolom zie je de thuisgroep met de computers die lid zijn van deze groep. Printers die meteen beschikbaar zijn via de thuisgroep vind je terug via Start, Apparaten, Printers.

 

STAP 4 / Gasten, welkom

Vervolgens open je Windows Verkenner. In de map Bibliotheken vind je bij Afbeeldingen, Documenten, Muziek, en Video's telkens Openbare afbeeldingen, Openbare documenten, Openbare muziek en openbare video's. Deze openbare mappen worden automatisch gedeeld met de Mac en met elke andere computer die met het netwerk is verbonden. Op die manier kan je de Windows-pc als server gebruiken om bijvoorbeeld video en muziek te bewaren.

Wil je echter nog andere specifieke mappen delen, bijvoorbeeld de map Documenten, dan moet je dat afzonderlijk aangeven. Klik met de rechtermuisknop op de betreffende map en gebruik uit het contextuele menu de opdracht Delen met. Daar kies je voor Specifieke personen. In het venster Bestanddeling typ je in het bovenste vakje het woord Gast en klik je op de knop Toevoegen. Dit woord verschijnt in het vakje daaronder, waar je rechts aangeeft dat deze persoon de machtiging krijgt om te lezen en te schrijven.

 

STAP 5 / Enter the Mac

Over naar de Mac. Controleer of de bestandsdeling actief is. Klik linksboven op het Apple-icoontje, en selecteer in het uitklapmenu de Systeemvoorkeuren. In het regelpaneel Delen vink je eerst de optie Bestandsdeling aan. Vervolgens geef je aan welke mappen je wil delen. Klik op het plusteken, navigeer naar de map die je wil delen en klik op Voeg toe. In het vak daarnaast geef je aan wie toegang krijgt tot die map. Opnieuw gebruik je het plusknopje om iedereen of bepaalde gebruikers toegang te verlenen. Bovendien klik je op het driehoekje om het toegangsniveau aan te duiden. Je kan kiezen uit: geen toegang, lezen en schrijven, alleen lezen of alleen schrijven (aflevermap). Een aflevermap is een map waarin bezoekers hun bestanden droppen, maar waarvan ze de inhoud niet kunnen zien. Vergeet ook niet de printer te delen.

 

STAP 6 / Samba

Belangrijk is dat het protocol van de bestandsdeling juist is. Nog steeds in het venster Delen klik je op de knop Opties en selecteer je het AFP en SMB-protocol. AFP is de standaardkeuze om bestanden te delen met andere Mac-gebruikers. SMB (Samba) is de optie om bestanden en mappen te delen met andere platformen, zoals Windows. Bovendien is het gemakkelijker om een verbinding tot stand te brengen als de Mac- en Windows-machine tot dezelfde werkgroep behoren. ‘WORKGROUP’ is in Windows de standaard werkgroepnaam voor Mac OS X. Open het venster Netwerk in Systeemvoorkeuren. Daar klik je links op de manier waarop je via het netwerk bent verbonden; dat kan Airport of Ethernet zijn. Klik vervolgens op Geavanceerd. Dan kom je in een venster met verschillende tabbladen. Kies het tabblad Wins en zorg dat de werkgroep daar de naam ‘WORKGROUP4’ heeft.

 

STAP 7 / Mac meets Windows

Tijd om te koppelen. Open Windows Verkenner en klik met de rechtermuisknop op Computer om Eigenschappen te openen. Noteer daar de exacte schrijfwijze van de computernaam en de naam van de werkgroep. Je moet ook de gebruikersnaam van deze configuratie kennen: die staat helemaal rechts bovenaan wanneer je op Start klikt.

Terug naar de Mac. Ga naar Finder en gebruik de toetsencombinatie CMD+K of volg het menu Ga, Verbind met server. Hier moet je het serveradres als volgt ingeven: smb://gebruikersnaam@computernaam/ users. In mijn geval wordt dat dus smb://Dirk@PC-WIN7/ users. Klik op het plusteken om deze server aan je favoriete servers toe te voegen. Daarna selecteer je de server in de lijst en klik je op Verbind. Vervolgens kan je inloggen met de gebruikersnaam (van de Windows-machine), en dan gebruik je ook diens wachtwoord. Of je kiest de optie Gast om toegang te krijgen tot de mappen waartoe je als gast machtiging hebt gekregen.

Op je Mac verschijnt aan de linkerkant van het Finder-venster de naam van de Windows-pc in de groep Gedeeld. Op je Windows-machine bereik je de Mac via de Verkenner, waar je hem links in de groep Netwerk ziet opduiken. Op beide machines kan je dan ‘de overkant’ zoals een gewone map openen en bestanden gebruiken.

 

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang elke week het beste van Clickx in je mailbox.