Is je Mac verbonden met een netwerkkabel en heeft hij een ingebouwde WiFi-chip (Airport)? Dan kan je van je Mac een hotspot maken, zodat ook andere apparaten toegang krijgen tot internet. Klik op Systeemvoorkeuren, kies Delen en ga naar Internetdeling. Vink AirPort aan en zorg dat Ethernet vermeld staat naast Deel de verbinding via. Klik daarna op AirPort-opties, geef je netwerk een naam en voer een wachtwoord in (vink ook Activeer codering aan). Selecteer het zonet aangemaakte netwerk op een andere pc, smartphone of apparaat, en je kan surfen via de hotspot van je Mac.