Plooibare smartphones moeten onze ‘rigide’ toestellen gaan vervangen – althans, daar hoopt Samsung op. Wat je aan een ‘vouwbare smartphone’ hebt? Mij niet bellen: de race voor groot-groter-grootst werd al gelopen.
Na Samsung en Motorola proberen nu ook OPPO, Vivo en naar verluidt zelfs Google consumenten te overtuigen van het nut van plooibare smartphones (al moet die laatste nog een vouwbaar Pixel-exemplaar lanceren). Het lijkt er hoe dan ook op dat elk van die fabrikanten overtuigd is van het nut van een telefoon met een vouwbaar scherm, die je op eender welk moment kan openklappen om een tablet in je handen te hebben. Het legde Samsung alvast geen windeieren; de Zuid-Koreanen verkochten in 2021 bijna 10 miljoen exemplaren van de Galaxy Z Flip en Z Fold gecombineerd, en stelden als doel dit aantal in 2022 vast te houden. Zelfs onder de economisch uitdagende omstandigheden lijkt het dus een groeiend marktsegment. Waarom? Ik kan er met mijn hoofd echt niet bij.
Plooibaar bestaansrecht
Er zijn twee dingen die mij grote vraagtekens doen stellen bij de toekomst van de toestellen. Om te beginnen is er het bestaansrecht van veel vouwbare smartphones. Neem de Samsung Galaxy Z Flip en Motorola Razr. Als je ze in uitgeklapte vorm ziet, zijn het eigenlijk gewoon reguliere smartphones met zwakke, plastic schermen. Je krijgt er geen millimeter extra schermruimte bij in vergelijking met een reguliere smartphone. Waar zijn ze dan wel ‘handig’ voor? Samsung ziet de telefoons als de echte influencer-toestellen – de telefoons voor degenen die dag in dag uit foto’s en video’s maken, en eigenlijk wel een helpend handje kunnen gebruiken. Iets dat je ook oplost door simpelweg een statiefje te kopen. Splitscreen-apps zijn volgens fabrikanten het volgende voordeel: door het oledpaneel in licht gevouwen stand (90 graden) te gebruiken, krijg je precies twee vierkante (1:1) vlakken die apps zelf kunnen inrichten. Veel kan je daarmee alvast nog niet. Apps van derde partijen zijn vaak niet of slechts deels aan de gebogen schermen aangepast. Dat is niet omdat de ontwikkelaars niet willen, overigens, maar omdat ondersteuning voor zulke functies in Android ontbreekt. Toch vraag ik mij hardop af wat je er wel aan hebt als een ontwikkelaar eenmaal met de 1:1-vlakken gaat knutselen. Het voordeel van de grote vouwbare smartphones als de Z Fold en Find N2 van OPPO is mij veel duidelijker. Je krijgt een groter scherm, zonder dat het toestel per se meer ruimte in je broekzak inneemt. Toch voel ik ook daar – zeker aan de huidige prijzen – veel onzekerheid en vraagtekens opkomen. Vouwbare schermen zijn immers nog steeds gemaakt van plastic en daarmee veel kwetsbaarder dan hun rigide tegenhangers. Per ongeluk het scherm aantikken met je nagels kan onherstelbare schade opleveren. Of dat ooit opgelost kan worden, zal afhangen van ontwikkelingen in het UTG (Ultra Thin Glass)-segment. Samsung gebruikt zulk glas in zijn Z Flip- en Z Fold-smartphones om de kwetsbaarheid van het scherm deels te verhelpen. Gaat het toch mis, dan ben je op jezelf aangewezen. Samsung biedt immers geen garantie voor (lichte) beschadigingen van het fragiele materiaal. Een vouwbaar scherm dat volledig gemaakt is van glas lijkt voorlopig alvast niet mogelijk en dus blijven we met een overmatig fragiele techniek zitten; een probleem dat de e-waste-berg niet ten goede komt.
Groot, groter, grootst
Het gebruikte materiaal is niet het enige dat mij weerhoudt van dit smartphonesegment te ‘genieten’. Zoals ik al in de inleiding aangaf is de race voor groot, groter, grootst al gelopen. Het is tijd om weer te downgraden. Tijd om de telefoon minder te gebruiken. De reden dat we vouwbare smartphones denken nodig te hebben is, in mijn optiek, een direct gevolg van de verregaande digitalisering van ons sociale leven. Een leven waarin we constant toegang willen tot meer informatie en onszelf ook verplichten die informatie op onze smartphone te consumeren, terwijl we steeds minder met elkaar bezig zijn. Ja, we bekommeren ons digitaal over vrienden. De vraag is of we ons daarbij wel bewust zijn van de afstand die dit creëert. Een grotere smartphone is niet per definitie de oorzaak dat we meer afstand nemen, maar wel een gevolg van de afstand die is ontstaan. Toen ik het voorbije jaar de Asus Zenfone 9 kon testen, merkte ik direct het verschil. Even op socials scrollen? Met een kleiner scherm doe je dat toch net niet zo snel of gewoon minder lang. Het brengt je ‘terug naar de realiteit’. Begrijp mij niet verkeerd: ik zie de voordelen van grote schermen, maar is het niet eens tijd dat we samen op zoek gaan naar een manier om onze smartphone voor minder te gebruiken? Om niet constant alles te kunnen, willen of moeten zoeken, online te moeten zijn en juist de gedachte te mogen hebben van: dat kan ook later, als ik mijn computer open.
Wat ligt er in het verschiet?
Samsung stelde tijdens CES 2023 een reeks nieuwe schermen voor die je meermaals kan opvouwen. Toen ik dat las, vroeg ik mij meteen af: wat voegt dit toe aan ons leven? Moeten we niet met zijn allen op zoek naar use cases die ons leven elke dag een beetje makkelijker maken, in plaats van dat we elke dag een beetje meer verslaafd raken? Wat doen ze bij smartphonefabrikanten om de overgang tussen mobiel en computer te vergemakkelijken? Of eerder: wat doen fabrikanten als Samsung, OPPO, Google en hun softwarepartners om onze digitale wereld toegankelijker te maken voor blinden, slechtzienden en dove of slechthorende medemensen? Daarbij ben ik ook van mening dat de fabrikanten hun verantwoordelijkheid mogen dragen (in samenspraak met sociale media en andere platformen) voor de gevolgen van de gedigitaliseerde maatschappij. We zijn als mensen prima in staat nieuwe techniek in de maatschappij te introduceren, maar we vergeten achterom te kijken. We leven allemaal digitaal, en daarmee indirect ook allemaal afgescheiden. Het is tijd dat zulke maatschappelijke problemen door fabrikanten worden opgepakt om er nieuwe hardware rondom te ontwikkelen, in plaats van te profiteren van de vraag die uit onze problemen ontstaat. En nee, kickstand-modi en 1:1-verdelingen van apps lossen de maatschappelijke vraagstukken niet op.