Er gaan binnen de Europese Unie steeds meer stemmen op voor een verbod op cryptomining. Waarom juist? En zou zo’n restrictie zinvol zijn? In november van 2021 publiceerden twee Zweedse regulatoren, de Financial Supervisory Authority en Swedish Environmental Protection Agency, een brief waarin ze de Europese Unie vroegen om een verbod op cryptomining. Ze haalden allerlei redenen aan waarom dit volgens hen voordelig zou zijn voor de Europese lidstaten en zijn burgers. Zo zouden de sociale voordelen van crypto-assets ‘twijfelachtig’ zijn, de nadelen voor consumenten ‘significant’ en worden de digitale cryptomunten vaak gebruikt voor illegale doeleinden, zoals witwassen en het financieren van terrorisme.
Hun hoofdargument echter? Het klimaat. De huidige technologie achter cryptomining, waaronder bijvoorbeeld Bitcoin, werkt op basis van ‘proof of work’, oftewel ‘bewijs van werk’. Cryptominers moeten complexe wiskundige berekeningen uitvoeren om een blok in het systeem te kunnen delven. Het uitvoeren van de berekeningen is het ‘werk’, en de oplossing het ‘bewijs’. Dit beloont hen na het succesvol afronden van de opdracht met wat cryptovaluta. Daar moeten de miners echter steeds meer en duurdere hardware voor inschakelen. Die is ook nog eens steeds intensief bezig, waardoor cryptomining een energievretend karwei wordt.
Volgens de Zweedse regulatoren zou dan ook daarin het grote probleem schuilen. Zweden zet veel in op hernieuwbare energie, en vanwege de stijgende cryptomining-activiteiten zou het land mogelijk gedwongen kunnen worden om terug te schakelen naar meer fossiele energiebronnen. Omdat dit volgens hen geen verstandig gebruik is van hernieuwbare energie, vragen ze dus een verbod op het ‘proof of work’-systeem dat Bitcoin en Ethereum nu bijvoorbeeld gebruiken. Daarnaast willen ze ook dat nieuwe cryptominers die deze methodes gebruiken een halt worden toegeroepen, en dat bedrijven die cryptomunten verhandelen zich niet meer als ‘duurzaam’ mogen omschrijven.
Geen unicum
Indien het ooit de richting van een concreet verbod zou uitgaan, dan zou de Europese Unie niet de eerste zijn die zo’n legislatuur doorvoert. Inmiddels zijn er een heleboel landen die cryptomunten flink aan banden hebben gelegd. Volgens de Amerikaanse Law Library of Congress zijn er momenteel 42 landen die de handel in digitale munten zo gereguleerd hebben, dat dit praktisch onmogelijk is geworden. Negen landen, zijnde Algerije, Bangladesh, Egypte, Irak, Oman, Marokko, Qatar, Tunesië en China hebben cryptomunten gewoonweg verboden. China is lange tijd zelf de koploper geweest als het op het mijnen van cryptomunten aankwam, maar vorig jaar trok Peking toch de stekker uit het crypto-plaatje.
Dat cryptomining veel energie zuipt, is al een tijdje geweten. Het ligt dan ook mee aan de basis voor de beslissing van de Chinese overheid om deze activiteiten te verbieden. Dat land worstelde in bepaalde regio’s al een tijdje met energietekorten en hoopte hiermee dit probleem (hetzij gedeeltelijk) op te kunnen lossen. De hoofdvraag is dus inderdaad of we als maatschappij wel moeten blijven inzetten op dit anti-ecologisch stukje technologie. Het loont natuurlijk niet dat we met z’n allen steeds meer inzetten op milieuvriendelijke alternatieven voor zowat alles in ons dagelijks leven, als we dit in een wip tegenwerken door allemaal een propvolle digitale portemonnee te willen hebben.
Over de waarde van cryptomunten kunnen we ongetwijfeld uren discussiëren, maar wat me hier interessanter lijkt, is de eigenlijke validiteit van het concept. De cryptomarkt bestaat uit een gigantische waaier aan verschillende coins die elk beweren een praktisch nut te hebben, maar daar staat nu eigenlijk niemand nog bij stil. De waardebepaling van de originele munten heeft plaats moeten maken voor een speculatief concept. Voor veel mensen lijkt het een aantrekkelijk iets om in te investeren, hopend om er vroeg of laat de nodige winsten uit te trekken. Het succes dat bijvoorbeeld Bitcoin heeft gekend, leek voor veel mensen de belofte dat ook zij hier veel geld uit zouden kunnen halen.
Het feit dat het overgrote deel van de cryptomarkt neerkomt op gokken moet ons toch wat zorgen baren. Dit is natuurlijk ook bij de gewone beurzen het geval, maar we kunnen wel stellen dat de traditionele aandelenmarkt veel tastbaarder blijft dan die van de cryptovaluta. Crypto-enthousiastelingen zullen al gauw wijzen op de hele reeks voordelen die cryptomunten met zich meebrengen, waaronder de kracht van het gedecentraliseerde netwerk en alle handigheden dat dat inhoudt voor alledaagse burgers.
Daar hebben ze dan ook wel een punt dat we niet zomaar mogen negeren. Het is sneller, internationaal, meer inclusief en privé, en de markten zijn altijd open. We vragen ons echter wel af hoeveel van die cryptomunten er daadwerkelijk gebruikt worden om producten en diensten te kopen, en hoeveel er overblijven in de handen van mensen die ermee speculeren en gokken.
Is een verbod de oplossing?
Is het vanuit ecologisch standpunt nodig om cryptomunten helemaal te verbieden? Dat lijkt me te sterk. Zoals ik al aanhaalde, hangen er inderdaad wel een hele reeks voordelen aan vast die zeker een meerwaarde bieden. Wat me wel belangrijk lijkt, is dat we niet volledig blind mogen worden voor de risico’s, en beseffen dat er, net als bij quasi elk ander beetje technologie, ook nadelen aan vasthangen. Als de voordelen echter zo klein blijken, en de nadelen voor het klimaat té groot, dan is het misschien niet onverstandig om er alvast wel een rem op te zetten, of om op zijn minst op zoek te gaan naar klimaatvriendelijke oplossingen. Want geen cryptoportemonnee is het waard om ons leefmilieu op het spel te zetten.