De Connected Continent-wetgeving, die donderdag door het Europees Parlement werd goedgekeurd, giet wetgeving rond netneutraliteit in een Europees jasje. Als de wetgeving binnenkort door de lidstaten aanvaard wordt, zullen internetproviders beperkt worden in wat ze wel en niet kunnen doen met dataverkeer.
Wanneer providers bepaalde data voorrang kunnen geven op andere, dan is het einde van het vrije internet in zicht, vrezen critici. Een telecomoperator zou bijvoorbeeld Skype kunnen tegenwerken om zo eigen telefoniediensten aan te prijzen, een onwenselijke evolutie voor iedere klant. Het Europees parlement volgde Nederlands eurocommissaris Neelie Kroes in haar voorstel om dergelijke praktijken aan banden te leggen.
Zodra de Europese richtlijn omgezet wordt in nationale wetgeving zullen providers over de hele Unie geen onderscheid meer mogen maken al naargelang de herkomst van verkeer. De regelgeving zal gelden voor landlijnen en mobiel internet.
Het historisch belang van de goedgekeurde richtlijn is moeilijk te onderschatten. Op dit moment zijn Nederland en Slovenië de enige twee landen ter wereld waar netneutraliteit in het wetboek terug te vinden is. Wanneer we een kijkje nemen over de Atlantische Oceaan zien we dat de grote telecomspelers met lobbywerk gelijkaardige wetgeving telkens weer met succes afblokken. Netneutraliteit voor het hele Europese continent zou bijgevolg een grote stap vooruit zijn, net als een voorbeeld voor de rest van de wereld.
Toch moeten we niet te vroeg victorie kraaien. Niets is bindend totdat de lidstaten hun zegje hebben gedaan, en dat kan voor significante vertragingen zorgen. Netneutraliteit zal pas verzekerd zijn van zodra de richtlijn bindend en definitief is.