Applicaties downloaden is niet zo populair als gedacht. Bijna de helft van diegenen die een smartphone bezitten, kocht zijn toestel om een nieuw gadget te hebben.
Dit blijkt uit een onderzoek van OpenCloud, dat duizend Britse consumenten ondervroeg.
45 procent van alle mobiele-telefoongebruikers kan apps downloaden. Van deze groep downloadt slechts 39 procent regelmatig een programma. 38 procent haalt alleen gratis exemplaren binnen en de helft downloadde niets in de voorbije maand.
De honger naar apps is gestild, concludeert de onderzoeker. Bovendien wordt de meerderheid van de applicaties enkel op het moment van downloaden gebruikt en laat 43 procent weten dat het geen nieuwe programma’s meer zal downloaden. Een vijfde heeft nog nooit een app gedownload.
Ouderwets gebruik
Waarvoor wordt de smartphone dan wel gebruikt? Ook niet echt om wat hij nog meer kan, in vergelijking met ‘gewone’ mobieltjes. Zo e-mailt slechts 22 procent, gebruikt maar 29 procent het apparaat om te internetten en benadert 21 procent sociale media via een smartphone.
Wel populair is sms’en (83 %). Daarnaast maakt 47 procent gebruik van de camerafunctie en zet 28 procent het toestel in als muziekspeler.
En waarom kopen we dan überhaupt zo’n smartphone? Het populairste antwoord (46%) is simpelweg het hebben van een nieuw gadget. Daarnaast wordt de toegang tot sociale mediadiensten (21%) en het gebruik van lokalisatiediensten (25%) genoemd. Zulke vooraf geïnstalleerde applicaties worden overigens wel regelmatig gebruikt.
Strategie herzien
Een gemiddelde gebruiker downloadt veertien applicaties. Dit, in combinatie met bovenstaande cijfers, is slecht nieuws voor de mobiele operatoren. “Dit onderzoek toont aan dat providers hun mobiele en smartphonestrategie moeten herzien”, stelt Jeff Gordon, directeur van OpenCloud.
“We weten dat consumenten erg handig zijn met technologie, en vooral wat betreft het gebruik en de verwachtingen rond hun mobiele telefoons. Echter, apps zijn niet de aanleiding om een smartphone te kopen, en ze vormen – in tegenstelling tot wat operatoren hoopten – bijlange geen geldkoe.”
