Staat een dertien-in-één-dozijn audiosysteem je niet zo aan en wil je daarom je eigen systeem samenstellen? Dat is een lang en soms lastig keuzeproces. Maar geen nood: wij helpen je een eind op weg. Het gros van de consumenten is tevreden met een soundbar of homecinemasysteem van merken zoals Sonos. Met een Sonos Arc en twee Era 300’s kan je de audiobeleving in de woonkamer al naar ongekende hoogten stuwen. Zeker als je audio met het Dolby Atmos-predicaat afspeelt, is de ervaring werkelijk fenomenaal te noemen.
Althans: voor bijna iedereen, want er is altijd een groep die net iets meer verfijning wenst. Het kan dan ook een wezenlijke impact hebben op de audiobeleving zoals jij die in gedachten had. Met een eigen systeem kan je immers veel meer aspecten zelf bepalen, inclusief de gekozen speakers en subwoofer. In een audiosysteem zijn dat echter niet de enige kleurbepalende elementen. Ook de aansturing, meer bepaald de versterker, heeft invloed op de ‘kleur’ van het geluid. Met andere woorden: de versterker is deels bepalend voor het geluid dat je speakers produceren. Je kan het eindresultaat van de audio-opstelling gerust omschrijven als de som van de afzonderlijke componenten. We kunnen het daarom niet vaak genoeg zeggen: maak steeds weloverwogen keuzes voor je (audio)componenten.
Waar begin je?
Nadat we de Era 300 weer moesten inleveren bij Sonos, was het wel even wennen: leven met een soundbar als enige speaker (weliswaar met een gekoppelde subwoofer) valt toch flink tegen. We vroegen ons daarbij ook meteen af: zou die Era-beleving ook mogelijk zijn met een zelf samengesteld audiosysteem? Het is een vraag die ons maandenlang heeft beziggehouden en de zoektocht zorgde in een eerste fase voor nog meer vraagtekens. Waar begin je immers als je de Sonos’en van deze wereld wil ontwijken? Begin gerust met de ruimte waarin je de speakers wil plaatsen en hoe je het systeem wil gebruiken. Met dat laatste bedoelen we: welk type audio wil je afspelen en is ondersteuning van Dolby Atmos of DTS:X belangrijk voor jou? Wat ook meegenomen kan worden is of je audio vanaf je smartphone wil afspelen. Dat antwoord kan immers bepalend zijn voor de versterker die je later kiest. Wat de ruimte betreft: als die klein is, wordt het simpelweg lastiger om je wens van ‘waarheidsgetrouwe’ Dolby Atmos in vervulling te laten gaan. Zo’n opstelling vereist nu eenmaal een behoorlijk aantal speakers én voldoende ruimte. In appartementen en rijtjeshuizen speelt geluidsoverlast ook nog een rol. Je wil immers niet dat je buren last hebben van je subwoofer.
Kies de juiste speakers
Eens je een eigen audiosysteem gaat opbouwen, kom je in aanraking met zogeheten ‘passieve speakers’. Die vereisen aansturing vanuit een versterker om geluid af te leveren. Je kan ze dus niet aansluiten op je televisie en verwachten dat ze geluid produceren. Welke speakers je kiest, is vooral een smaak- en budgetkwestie. Wij kunnen uiteraard niet meekijken in je portemonnee. De opstelling die je wil, hangt ook steeds af van je gebruiksdoel. Voor het gemak spreken we in dit artikel over een opstelling bij de televisie in de woonkamer. Ons advies is om bij een televisie minimaal drie speakers te plaatsen. Twee daarvan kunnen boekenplank- of staande speakers zijn. Het derde kanaal (speaker), het ‘Center Channel’, wordt in zo’n systeem gebruikt voor een haarscherpe stemweergave. Je kan eigenlijk niet zonder dat kanaal als je veel films, series en televisieprogramma’s kijkt. Voor een surroundervaring kan je achteraan nog twee speakers toevoegen. Voor Dolby Atmos zijn er ook nog plafondspeakers die audio vanuit een hoek afspelen of staande speakers, die met een hoogtekanaal geluid via het plafond weerkaatsen. Welk type speakers je ook kiest: het zijn best luidsprekers van één merk – bij voorkeur zelfs uit dezelfde productserie. Zo weet je dat de speakers een vergelijkbare audioreproductie bieden. Het is nu eenmaal zo dat bepaalde speakers of merken veel meer bass produceren of juist de nadruk leggen op stemmen. Als je dan verschillende merken en modelseries mengt, raakt de audiobeleving uit balans.
Dolby Atmos-opstelling
We horen je het al zeggen: wat als ik een Dolby Atmos-opstelling wil opzetten? De opstelling die we net bespraken (en drie speakers plus een subwoofer bevat) is al geschikt voor Atmos. Het is zelfs niet de meest basale versie: je kan in principe zelfs een Atmos 2.1-configuratie aanmaken met twee speakers. Wat consumenten vaak echter verstaan onder Atmos is een 5.1.2, 5.1.4 (Hybrid), 5.1.4 of 7.1-setup. Zulke configuraties beschikken over vijf of zeven speakers – de X.1 staat daarbij steeds voor de soundbar, terwijl de X.X.2/4 staat voor het aantal hoogte- en zijkanalen. Voor een Dolby-opstelling heb je steeds minimaal twee hoogtekanalen nodig. Dat kan je op twee manieren benaderen. Enerzijds is het mogelijk om een speaker te kopen met hoogtekanalen. Hoogtekanalen simuleren speakers die in je plafond gemonteerd zijn door het geluid via je plafond te weerkaatsen. Bij een 7.1-opstelling kan je ook extra ‘speakerkanalen’ toevoegen die geluid van langszij afspelen. Zo’n Atmos-opstelling is wel enkel de moeite waard als je regelmatig films, series en muziek afspeelt met Atmos-ondersteuning. Goed om te weten: je speakers hoeven niet per se te werken met Atmos. De versterker, die zo aan bod komt, zorgt namelijk voor de Dolby Atmos-aansturing. Waar we mee willen afsluiten is nog wat advies bij de speakerkeuze. We raden het ten zeerste af om op het gevoel nieuwe speakers aan te schaffen. Bezoek daarvoor altijd een winkel waar je naar de speaker kan luisteren. Daar kunnen ze je ook steeds advies geven over de juiste opstelling en speakerkeuze voor jouw persoonlijke situatie.
Stevige versterker
Waarom je eerst de speakers kiest en daarna pas de versterker? Dat heeft er alles mee te maken dat je versterker de speakers moet kunnen aandrijven. Dit wordt uitgedrukt in het minimale vermogen per kanaal (in W) en weerstand (ohm). Na het kiezen van een speaker zoek je best het vermogen in watts op en de weerstand. Die informatie dien je te gebruiken voor het kiezen van een versterker. De weerstand speelt een belangrijke rol. Speakers met een weerstand van 8 ohm klinken namelijk half zo luid op versterkers van 4 ohm. Sluit je een speaker met een 4-ohm-weerstand aan op een versterker van 4 ohm, dan geniet je van de ideale aansturing. Des te lager de weerstand, des te meer vermogen je echter nodig hebt in je versterker. Heb je speakers met een weerstand van 4 ohm, dan moet je dus een veel krachtigere versterker kiezen dan bij een 8-ohm-luidspreker. Vaak tonen speakerfabrikanten ook exact hoeveel vermogen de speaker vereist bij de specifieke weerstand van de versterker. Valt het vereiste vermogen binnen de limieten van het vermogen/de weerstand? Dan moet het geen probleem vormen om je speakers aan te drijven. Voor opstellingen met veel speakers (lees: 5.1- of 7.1-opstellingen) vraag je best weeral advies bij audiozaken. Zij kunnen je situatie ook in meer detail bespreken, inclusief het samenspel van de luidsprekers en versterker.
Kies je een versterker, dan kies je ook een ‘ecosysteem’, de aansluitingsmogelijkheden en kwaliteit van componenten. Dat ecosysteem heeft met name betrekking op verbonden versterkers waar je ook naartoe kan streamen via je telefoon. Dat kan bijvoorbeeld met HEOS-aangedreven systemen. BluOS is een tegenvanger van HEOS en wordt gebruikt door onder meer NAD en Bluesound. Die systemen ondersteunen meestal ook audiodiensten als Roon. Of je daar behoefte aan hebt, hangt steeds af van je gebruik. Datzelfde geldt voor de poorten. Wil je de versterker eenvoudig aan je televisie hangen via eARC? Dan moet je versterker wel een HDMI-aansluiting bieden én eARC-ondersteunen. Sluit je een Dolby Atmos-systeem aan (met vijf speakers of zeven), dan moet de versterker enerzijds Atmos-formaten kunnen verwerken, en anderzijds uitvoerpunten bieden voor vijf of zeven luidsprekers. Voor zulke opstellingen kom je al snel terecht in de wereld van AV-receivers. Welke receiver je kan aanschaffen is steeds afhankelijk van je portemonnee. Daarnaast zorg je er best voor dat je versterker wat vermogen over heeft. Zo blijft hij bruikbaar bij toekomstige upgrades. Dat kan in de vorm van extra vermogen of meer aansluitingen. Dat scheelt weer een nieuwe versterker als je de zoektocht later opnieuw start.
Bas, maar niet te veel
Een audiosysteem zonder subwoofer is niet compleet. Bas- en sub-bass maken een wezenlijk onderdeel uit van eender welk audiosysteem. Niet zonder reden: ze halen werklast weg van je luidsprekers, waardoor meer ademruimte ontstaat voor de reproductie van ‘mids’ en ‘highs’. Ze zijn bovendien niet in staat zo laag te duiken als een subwoofer. Hierdoor klinkt de bas van luidsprekers gewoonweg minder vol dan de basweergave van subwoofers. Welke baskast je in het audiosysteem opneemt hangt steeds af van de ruimte. In een grote ruimte komt een kleine subwoofer niet echt tot zijn recht. Een forse subwoofer is tegelijk weer niet gewenst in een kleine ruimte; de bas kan dan gaan overheersen. Bij subwoofers draait het steeds om ‘inches’ en de ‘RMS’, ofwel Root Mean Square. Met een 8-inchsubwoofer kom je zeker en vast toe in een woonkamer van 20-25 m2. Voor grotere ruimten heb je nog 10- en 12-inchsubwoofers. Zodra je aan die formaten toekomt, is het niet onbelangrijk om aan je (onder)buren te denken. Geen buren in zicht: dan heb je vrij spel. We eindigen nog met de RMS: het vermogen van je subwoofer. Met een vermogen van tussen de 150-500 watt begeef je je eigenlijk altijd op de eerste (audio)rang. De impact van vermogen schaalt wel onevenredig bij subs. Een 8-inchsubwoofer heeft (gemiddeld genomen) meer vermogen nodig dan 10- en 12-inchsubwoofers om dezelfde hoeveelheid lucht te verplaatsen. Daarnaast zijn sommige subwoofers gewoon efficiënter en bieden ze meer body aan een lager vermogen. Hoe een subwoofer exact klinkt? Ook hiervoor geldt: bezoek een (lokale) hifi-winkel.