Klimaatsverandering blijft ons achtervolgen en er lijkt helaas maar weinig te gebeuren. Met geo-engineering kunnen we potentieel het klimaat op een positieve manier veranderen, maar wat houdt deze controversiële wetenschap eigenlijk in? Het is een term die je misschien in sciencefiction- of rampenfilms bent tegengekomen: geo-engineering. In het huidige tijdperk waarin we ons bevinden, lijkt er geen einde te komen aan wat er mogelijk is. De grenzen van wat technologie kan bereiken worden voortdurend verlegd en geo-engineering is wellicht de volgende stap in de decennialange strijd tegen klimaatverandering. Echter, net zoals veel andere technologische innovaties van de laatste tien tot honderd jaar, zijn er ook rond geo-engineering wel wat controverses. Alle zaken passeren de rubriek, van ‘dit is godsschennis’ tot ‘dit betekent het einde van de wereld’. En dat is ook de grote vraag die we proberen te beantwoorden in dit artikel. Wat houdt het concept van geo-engineering nu precies in en is het daadwerkelijk een technologische doorbraak of niet meer dan pseudo-wetenschap?
Wat is Geo-engineering?
Voordat we dieper ingaan op de ethische en morele kwesties rond geo-engineering is het belangrijk om te weten wat deze term precies inhoudt. Geo-engineering, binnen sommige kringen ook wel bekend als klimaatengineering, is een begrip dat wordt gebruikt om technologische ingrepen te beschrijven waarbij het de bedoeling is om het klimaat van de planeet te veranderen of beter gezegd, te manipuleren. Een simpele manier om ernaar te kijken is dat we menselijke interventie gebruiken om de effecten van de klimaatverandering te verminderen of te vertragen. In principe helpen we moeder natuur een handje in de juiste richting, in plaats van in de verkeerde richting, zoals we al decennialang doen. De term geo-engineering is vooral een verzamelnaam voor uiteenlopende technologieën om deze ‘missie’ te voltooien. De technologieën zijn in twee kampen verdeeld die elk richten op een apart aspect van klimaat. De eerste cluster is het zonnestralingsbeheer of de afkorting SRM (Solar Radiation Management). Met SRM proberen ze de hoeveelheid zonlicht die de aarde bereikt te verminderen om op die manier de opwarming van de aarde tegen te gaan. Dit is, hypothetisch gezien, mogelijk door de reflectiviteit van wolken te verhogen of om kleine aerosoldeeltjes in de stratosfeer te stoppen om het zonlicht terug te kaatsen naar de ruimte. Zoals je wellicht al begrijpt, zijn veel van deze ‘opties’ nog niet heel realistisch en dan hebben we het nog niet eens gehad over het idee om reflecterende schermen in een baan rond de aarde te brengen. De tweede cluster, het verwijderen van kooldioxide (Carbon Dioxide Removal in het Engels, of CDR) heeft meer behapbare ideeën. Dit houdt in dat er technologieën worden gebruikt om CO2 uit de atmosfeer te halen en op te slaan. Dit kan worden bereikt door middel van bijvoorbeeld herbebossing, het verbeteren van de gezondheid van oceanen om meer CO2 op te nemen, het verbouwen van zeewier in de zee of het afvangen en opslaan van kooldioxidegas dat vrijkomt bij de verbranding van gas en olieproducten. Wat er ook mogelijk is in de toekomst op het gebied van geo-engineering, één ding is zeker: klimaatengineering is niet bedoeld als een vervanging voor het verminderen van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Je moet het zien als een van de tools die de mens in zijn gereedschapskist heeft zitten om de klimaatverandering te verminderen. Deze technologieën kunnen ons potentieel meer tijd geven om af te schakelen van onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en ons meer te richten op groene energiebronnen met behulp van windmolens en waterkrachtcentrales.
Realistisch of niet?
Het korte antwoord op deze vraag is zeer waarschijnlijk ‘dit weten we (nog) niet’. Enkele voorbeelden van geo-engineering die we eerder kort hebben toegelicht, kunnen we zeker in de (nabije) toekomst terugzien. Het (her)planten van bomen is een van de voornaamste voorbeelden hiervan. Een volwassen boom is in staat om elk jaar ongeveer 22 kilogram CO2 uit de atmosfeer op te nemen en dat telt snel op. Als elk land nieuwe bomen zou planten en de boomkap zou tegenhouden, scheelt dat enorm. Ook het idee om zeewier te verbouwen, is een realistische vorm van geo-engineering. Zeewieren, zoals kelp, halen tijdens hun groeiproces CO2 uit de atmosfeer. Maar niet alle ideeën zijn even realistisch. Zo klinkt het idee van ‘Stratospheric Aerosol Injection’ als iets wat regelrecht uit een boek van Jules Verne komt. Het idee erachter is dat men kleine reflecterende deeltjes, zoals zwaveldioxide, in de stratosfeer injecteert om het zonlicht te reflecteren, waardoor de aarde minder snel opwarmt. Dit klinkt bizar, maar het is gebaseerd op echte natuurlijke gebeurtenissen. Door grote vulkaanuitbarstingen belandden grote hoeveelheden zwaveldioxide in de stratosfeer en dat heeft een bewezen verkoelend effect. De gewelddadige uitbarsting van de Krakatau in het huidige Indonesië was zo groot dat de wereldwijde temperatuur met maar liefst 1,2 graden celsius was gezakt. De wetenschap is er, maar de daadwerkelijke implementatie laat nog op zich wachten. Dit zijn echter nog de meest ‘realistische’ oplossingen, want er wordt al jaren in de wetenschappelijke community gepraat over mogelijke ruimteschermen. De ideeën hierover bestaan in verschillende vormen en maten, maar het voornaamste idee is om het binnenkomende zonlicht te weren of door het gebruik van spiegels of door ‘simpele’ schermen die het licht opvangen. Het concept van geo-engineering is veelbelovend, maar zoals je wellicht al begrijpt, is de implementatie ervan allesbehalve simpel.
Controversie
Dit betekent dan ook dat geo-engineering behoorlijk controversieel is. Films zoals ‘Snowpiercer’ en ‘Geostorm’ schetsen een beeld van een wereld die eindigt of dreigt te eindigen als een direct gevolg van geo-engineering. In Geostorm bouwen alle landen over de hele wereld een gigantisch gekoppeld satellietennetwerk in de ruimte waarmee ze het weer kunnen beheersen. En natuurlijk wordt er misbruik van gemaakt in de film, waardoor de aarde mogelijk onbewoonbaar wordt. In de realiteit is dit beeld (zoals zo vaak) natuurlijk iets genuanceerder, maar verhalen zoals deze schetsen wel een redelijk beeld van de mogelijke gevaren die geo-engineering met zich meebrengt. Het grootste probleem is dat we simpelweg niet weten wat voor onbedoelde gevolgen allerlei vormen van geo-engineering met zich meebrengen. Een extra boom planten, tot daaraantoe, maar zodra we technologie gaan gebruiken om het klimaat van onze planeet aan te passen, is het verhaal iets anders. Het is mogelijk dat grootschalige operaties de delicate balans van de natuur kunnen verstoren. Zo wordt er gespeculeerd dat het injecteren van kleine deeltjes in de atmosfeer om zonlicht te reflecteren, kan leiden tot een onverwachte verandering in neerslagpatronen. Dit kan weer leiden tot ernstige gevolgen voor de landbouw, wat de oorzaak kan zijn van falende oogsten, wat weer kan leiden tot hongersnood… Er zijn nog zoveel dingen die wij niet weten over het klimaat die potentieel catastrofale gevolgen kunnen hebben.
Daarnaast heb je natuurlijk ook te maken met politieke en geopolitieke factoren. In de film Geostorm leggen alle landen over de hele wereld hun conflicten opzij om samen een satellietnetwerk te bouwen als een manier om de aarde te redden. Dit klinkt erg nobel, maar in de realiteit ligt dit heel anders. Wie beslist wanneer en hoe verschillende technieken worden ingezet? Het kan zijn dat een techniek op locatie A een negatief effect kan hebben voor locatie B. Wat gebeurt er als sommige landen willen stoppen met het initiatief, maar zij wel nodig zijn? Dit zijn slechts een aantal van de complexe vragen waar je mee te maken zou krijgen. Ten slotte is er ook nog het risico van een ‘moral hazard’. Dit is een begrip dat verwijst naar situaties waarin mensen meer risico nemen of minder druk voelen om zich te veranderen als ze weten dat er een oplossing is. In de context van geo-engineering gaat dit over het idee dat regeringen, organisaties, bedrijven en individuen zich minder genoodzaakt voelen om de cruciale maatregelen te volgen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Als je weet dat er een noodknop is om alle problemen op te lossen, ben je wellicht minder gemotiveerd om de auto een dagje te laten staan of een keer met de trein in plaats van het vliegtuig op vakantie te gaan.
Wat houdt de toekomst van geo-engineering in?
De toekomst van geo-engineering is zowel veelbelovend als onzeker. In een ideale wereld kunnen we de bestaande technologie perfectioneren en nieuwe technologie ontwikkelen op een manier waarop de mogelijke risico’s minimaal zijn en de positieve effecten maximaal. Helaas leven we niet in zo’n wereld. In de werkelijkheid zijn er tal van obstakels en onzekerheden. We moeten nog veel leren over deze technologieën, het effect op de natuur en hoe we geo-engineering op een ethische manier kunnen implementeren. Daarnaast moet er nog veel veranderen als het aankomt op beleid en de algemene consensus met betrekking tot klimaatengineering. De wetenschappelijke wereld is al jaren verdeeld als het aankomt op dit onderwerp, maar de laatste jaren lijkt het beeld van een ‘pseudo-wetenschap’ te veranderen in een ‘mogelijkheid’. Zo heeft de Verenigde Naties in 2017 opgeroepen tot meer onderzoek met betrekking tot klimaatengineering, ook al is het ‘risicovol’ en zien we steeds meer wetenschappelijke onderzoeken verschijnen over de mogelijkheden.
Het grootste struikelblok is waarschijnlijk de technologie zelf. De kans dat we binnen tien jaar een compleet netwerk van spiegels in de ruimte rond de aarde hebben, is nagenoeg nihil. Hoewel veel geo-engineeringtechnieken in theorie haalbaar zijn, is het nog niet duidelijk of ze in de praktijk kunnen worden uitgevoerd op een schaal die groot genoeg is om een duidelijk effect te hebben op het klimaat. Toch is het waarschijnlijk dat we in de nabije toekomst steeds meer over geo-engineering zullen zien opduiken. De gevolgen van klimaatverandering worden steeds duidelijker en er komt een moment dat de effecten hiervan niet meer op een normale manier opgelost kunnen worden. In dat geval wordt de vraag naar een ‘plan-B’ een stuk groter. De kans is namelijk groter dat we een wereld zoals in ‘Geostorm’ of ‘Snowpiercer’ krijgen door op deze voet door te gaan dan door enige vorm van geo-engineering.