metaverse
© iStock.com

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang elke week het beste van Clickx in je mailbox.

In 2021 veranderde een van de grootste internetbedrijven ter wereld van naam en zou het door het leven gaan als Meta. De naamsverandering stond volledig in het teken van ‘de Metaverse’: een alternatieve, digitale wereld die de toekomst moet bepalen. De vraag is natuurlijk: doet die dat ook?

Kunnen we vandaag eigenlijk al spreken van een metaversum? Ja, maar tegelijkertijd ook niet écht. Wie het over de metaverse heeft, bedoelt daarmee doorgaans een netwerk van virtuele ruimtes die toegankelijk zijn in VR. Over een aantal aspecten van die definitie is op dit moment echter discussie mogelijk. Ja, er bestaan vandaag al netwerken waarmee je in virtuele ruimtes terecht kan. Nee, want al die verschillende netwerken zijn nog niet echt op elkaar aangesloten. Ook over hoe gebruikers toegang kunnen krijgen tot de alternatieve wereld bestaat discussie. Is dat enkel mogelijk met een VR-bril of kunnen mensen zonder bril ook meedoen? Bovendien zijn er een aantal praktische vragen die nog niet helemaal beantwoord zijn. Zoals: waar bevindt dat metaversum zich en aan welke regels moeten bezoekers zich houden? Toch staan we vandaag al dichter bij dat alternatief universum dan vaak gedacht wordt. 

Sciencefiction

Nog niet zo heel lang geleden was het idee van een metaversum echter pure sciencefiction. In 1992 viel de term voor de allereerste keer in Snow Crash, een roman van Neal Stephenson. Stephenson mag zich dan wel de uitvinder van de term noemen, het concept heeft hij geenszins bedacht. Dat zou in het binnen het genre sciencefiction gaandeweg vorm krijgen en uitgroeien tot hoe we het vandaag kennen: een virtuele wereld waarin je met een avatar contact met anderen kan zoeken. In het boek van Stephenson ging dat al in virtual reality. De visie waardoor Mark Zuckerberg, 29 jaar later, zijn Facebook omdoopt in Meta verschilt daar niet zo heel erg veel van. Er is één grote uitzondering: er valt nu ook geld te verdienen in dat metaversum. Ook daarom zet een bedrijf als het voormalige Facebook zo hard in op de uitbouw van die virtuele realiteit. Een belangrijke rol daarin is weggelegd voor wat doorgaans ‘Web3’ genoemd wordt.

Web3

Het is onmogelijk om het over de metaverse te hebben zonder aandacht te besteden aan Web3. De term wordt gebruikt om een nieuwe, gedecentraliseerde versie van het internet aan te duiden. Tussen pakweg 1989 en 2004 spreekt men nog van het ‘Web 1.0’, een internet waarop vooral statische pagina’s te zien zijn: je kan lezen wat erop staat en misschien een bericht achterlaten in het ‘gastenboek’, maar daar bleef het ongeveer bij. Pas met sites zoals MySpace, Facebook en zelfs Blogger, waarop mensen profielen konden aanmaken in plaats van een persoonlijke website te hosten, spreken we van Web 2.0. Het is een internet waarin iedereen met elkaar in verbinding staat en waar (sociale) interactie tussen mensen mogelijk is. De omslag wordt meestal vanaf 2004 gesitueerd, maar ook vandaag slingeren er nog heel wat ‘Web 1.0-websites’ van individuen en kleine zaken rond. Web3 verschilt grondig van Web 1.0 en Web 2.0 – en niet alleen in het feit dat er een spatie mist. De term heeft zijn wortels in crypto- en blockchaingemeenschappen en werd voor het eerst gebruikt in 2014. De eer viel te beurt aan Gavin Wood, oprichter van Polkadot en mede-oprichter van Ethereum, allebei cryptomunten. De insteek was een gedecentraliseerd internet: verschillende netwerken die dankzij gedeelde standaarden vlotjes kunnen samenwerken. Een grote verandering ten opzichte van Web 2.0, waarbij meeste data beheerd wordt op netwerken van The Big Five.

Een economie van NFT’s

Daarom kan het feit dat net een van die vijf internetgiganten zo sterk inzet op het metaversum enigszins verassen. Waarom zou uitgerekend Facebook een gedecentraliseerd internet vooruit willen schuiven? Naar Zuckerbergs zeggen maakt Web3 het mogelijk om écht eigenaar te zijn van de digitale dingen die je koopt. Cruciaal daarvoor zijn de zogenaamde NFT’s. Wie de term NFT vandaag te horen krijgt denkt daarbij ongetwijfeld aan digitale ‘kunstwerken’ en door AI gegenereerde beelden die, gekoppeld aan een unieke token, voor flink wat geld van eigenaar wisselen. Die unieke Non-Fungible Tokens kunnen echter aan eender wat gekoppeld worden: aan eender wat je koopt in het metaversum zal een NFT hangen. NFT’s maken het mogelijk om ook ‘écht’ eigenaar te zijn van je digitale aankopen: het is een manier waarop iedereen weet wat aan wie toebehoort. Koop je bijvoorbeeld een kledingstuk in het metaversum? Dan zal je het overal kunnen dragen, ongeacht met welk netwerk je op dat moment verbonden bent. Vandaag de dag staat die technologie nog niet helemaal op punt. Weliswaar bestáán NFT’s wel: ze komen zelfs in het nieuws. Dé grote oplossing voor digitale aankopen zijn ze evenwel nog niet. Het kost namelijk heel wat rekenkracht en energie om NFT’s te ‘minten’. Dat is het proces waarbij, op basis van wiskundige berekeningen, een unieke token gegenereerd en geregistreerd wordt. Verschuivingen in de cryptowereld zorgen er echter voor dat de NFT heel wat milieuvriendelijker wordt. De Ethereum-blockchain, waarop meeste NFT’s geregistreerd staan, onderging vorig jaar de zogenaamde ‘merge’. Daarbij veranderde het mechanisme waarmee onder andere NFT’s verhandeld worden en ook de hoeveelheid elektriciteit dat daarmee gepaard ging. Op het oude ‘proof-of-work’-model verbruikte een digitale token, nadat die enkele keren van eigenaar gewisseld was, zo’n 340 KWh, waarvan 140 KWh alleen al gaat naar het maken van de token. Na de zogenaamde merge en een omschakeling naar het ‘proof-of-stake’-model werd het verbruik, en dus ook de uitstoot, met maar liefst 99,98% teruggedrongen. Een toekomst met NFT’s lijkt daardoor enigszins houdbaar geworden.

Een van de allereerste NFT’s waren de Bored Apes.

Voorlopig is het echter een goed idee om al wat door de termen Web3, NFT en ‘gedecentraliseerd’ vergezeld wordt met een flinke korrel zout te nemen. Al te vaak worden de termen vooral bovengehaald als marketingtermen, bedoeld om investeerders aan te trekken en vooral veel geld in te zamelen voor een project. Van het échte Web3 of gedecentraliseerde internet is voorlopig dan ook nog geen sprake. Weliswaar zijn er meerdere netwerken van bedrijven die iets Web3-achtigs naar voren proberen schuiven, maar net daar knelt het schoentje. Er zijn verschillende netwerken, alleen zijn ze niet op elkaar aangesloten – en laat dat nu net een van de meest voorname vereisten zijn om over een Web3 te kunnen spreken. Vooraleer dat kan gebeuren, moeten bedrijven eerst overeenkomen welke standaarden ze daarvoor willen gebruiken.

Virtuele realiteit

NFT’s zijn niet de enige technologie die een grote rol speelt in het metaverse-verhaal. Ook virtual reality krijgt een belangrijke plaats in de digitale universums van de toekomst. Aangezien het bij NFT’s om digitale tokens gaat is het echter meer voor de hand liggend om zo’n technologie door te ontwikkelen. Er komt een dag waarop het gros van de bevolking een of meerdere NFT’s in huis heeft, misschien zelfs zonder dat ze het weten. Voor VR ligt die situatie anders: om gebruikers mee te krijgen in dat verhaal, moeten eerst dure VR-brillen aan de man gebracht worden. In een rapport dat Meta begin 2023 liet samenstellen, blijkt nog eens het belang van virtuele realiteit voor de metaverse: “VR is een integraal onderdeel van de metaverse en gebruikers moeten kunnen interageren met een virtuele 3D-wereld”. Zonder VR geen metaversum, dus. Als het aan het grootste socialemediabedrijf ter wereld ligt, hebben we dus binnenkort allemaal een VR-bril in huis.

Het is om die reden dat de socialemediagigant in 2014 2 miljoen betaalde om Oculus VR, een bedrijfje dat virtualreality-apparatuur maakt, over te nemen. Inmiddels verschijnen er dan ook VR-brillen onder het Meta-merk. Met apparaten als de Meta Quest II van 449,99 euro probeert het bedrijf zijn technologie dan ook toegankelijk te maken voor wie niet op een grote spaarboek zit. Of dat ook lukt? In 2021 zou tussen de 15 en 17 procent van alle Amerikanen al eens van de virtuele realiteit geproefd hebben, cijfers voor België zijn niet beschikbaar. De vraag is echter of al die mensen ook een eigen bril in huis hebben: waarschijnlijk niet. Voorlopig worden de brillen nog gezien als entertainment en niet als “een tool die werelden kan openen”. Dat een van de goedkoopste modellen 450 euro kost, is nog een van de redenen dat het gebruikersaantal relatief traag stijgt.

De Meta Quest 2 VR-headset.

Het is ook daarom dat meer en meer makers van VR-ervaringen de deur openzetten voor andere, minder immersieve technologieën zoals augmented reality of AR. Meeste mensen hebben met hun smartphone namelijk al een apparaat op zak dat AR-belevingen mogelijk maakt. Daardoor voelt het hele gegeven alleen minder echt: AR geniet daarom duidelijk minder de voorkeur dan VR. AR is eerder een manier om “er toch maar bij te kunnen horen”. Of die houding in de toekomst verandert, zal vooral afhangen van de VR-bril en hoeveel succes die weet te boeken.

Metaversebewoners zijn schaars

Hét metaversum blijft voorlopig niet meer dan een toekomstverhaal. Toch staan we vandaag dichter bij die toekomst dan we vaak denken. In 2003 al richtte Linden Lab, een Amerikaans bedrijf, Second Life op. Dat is een virtuele wereld waarin gebruikers een avatar aanmaken, kunnen communiceren met elkaar en zelfs eigendommen kunnen kopen en verkopen. Het project maakt nog geen gebruik van NFT’s, maar men betaalt er in Linden Dollars. Diefstal, oplichting en zelfs witwassing komen daardoor vrij vaak voor op het platform. Echt veilig is de digitale omgeving bovendien niet: gevoelige gebruikersgegevens zouden niet met de nodige zorg behandeld worden.

De Horizon Worlds-avatar van Mark Zuckerberg.

In Horizon Worlds, het Meta-metaversum, is heel wat meer controle aanwezig. Verassend genoeg lijkt de wereld niet bijzonder populair, of toch niet populairder dan Second Life. Tijdens het grootste piekmoment liepen er op een enkele maand 300.000 mensen in rond. Later zakte dat aantal naar Second Life-niveau: 200.000 gebruikers per maand. Niet dat er in Horizon niets te beleven valt: dankzij deals met de NBA, de UFC en muziekstreamingdienst Tidal kon Meta verschillende concerten en sportevents organiseren in zijn metaverse-wereld. De wereld lijkt de interesse van zijn doelpubliek echter te verliezen: gebruikers kijken een maandje rond, maar komen daarna slechts zelden terug. Om de populariteit van het metaversum nog maar even te schetsen: in december 2022 organiseerde de Europese Unie een feest dat plaatsvond in een eigen metaverse-platform. Op het feestje kwamen uiteindelijk 6 mensen opdagen – en dat waren vooral journalisten die geen deel uitmaakten van het doelpubliek.

Fortnite en Roblox

Populairder zijn de online spelwerelden van Roblox en Fortnite. Beide games zijn gratis te spelen, waardoor iedereen er eens een kijkje kan gaan nemen. Dat gratis aspect is bovendien ook de reden dat veel kinderen en jongeren heel wat tijd in de virtuele wereld doorbrengen. Wie jonge kinderen of kleinkinderen heeft, heeft ongetwijfeld al van deze spellen gehoord. Wat Fortnite en Roblox anders maakt dan andere games? Vooral in Roblox komt het game-creatieaspect sterk naar voren, waarin gebruikers een eigen spel kunnen ontwerpen. Alle games vinden plaats in een gemeenschappelijke virtuele wereld, Robloxia, waarin gebruikers met hun avatar ook sociale interactie kunnen aangaan.

Robux, de digitale munt voor Roblox.

Er worden, net zoals in Horizon Worlds, ook evenementen en concerten georganiseerd. Met Robux, een speciale virtuele munt, kan je bovendien aankopen maken in de wereld van Roblox. Fortnite werkt gelijkaardig, met een hubwereld (“The Lobby”) van waaruit spelers toegang kunnen krijgen tot afzonderlijke ‘kamers’ waarin spellen gespeeld worden. Met respectievelijk 214 en 250 miljoen maandelijkse gebruikers zijn Roblox en Fortnite dan ook de meest succesvolle voorbeelden van een metaversewereld, ook al draaien ze volledig rond entertainment.

Conclusie

Doembeelden waarin uitgemergelde mensen Matrix-gewijs aan een machine hangen en hun bewustzijn verliezen in een digitale wereld hoeven we niet meteen te verwachten. De metaverse, de toekomst? Voorlopig lijkt het daar nog niet echt op, al staan de meeste neuzen ondertussen wel in dezelfde richting. Roblox en Fortnite laten zien dat het mogelijk is om een metaverse-ervaring te ontwerpen waar gebruikers, in tegenstelling tot Horizon Worlds, met plezier naar terugkeren. ‘Plezier’ lijkt echter het sleutelwoord te zijn. Een omschakeling van Web 2.0 naar Web3, van het huidige internet naar de metaverse, is daarom nog niet voor morgen. Het internet is namelijk meer dan een bron van entertainment en een plek voor sociale interactie. Het internet blijft natuurlijk ook een informatienetwerk, waar alles terug te vinden is wat je zoekt. Aan die behoefte lijken het metaversum en web3 nog niet te voldoen. Of we nu binnenkort allemaal met een VR-bril rondlopen of niet, internetten zoals we dat vandaag doen, zal blijven. Misschien wel van achter een digitale computer ergens in de metaverse, wie weet.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang elke week het beste van Clickx in je mailbox.