Toen de televisie werd uitgevonden, stond alles op zijn kop. Kleurentelevisie veranderde de manier waarop we de wereld zagen en flatscreen-tv’s waren in de jaren 60 ondenkbaar. Wat zijn de volgende innovaties?
De tijd van blokkige CRT-monitoren en televisiekasten met het formaat van een kleine koelkast is allang voorbij. Sinds de komst van de televisie, en daarmee ook monitors, dondert de innovatie op het gebied van beeldschermen alsmaar door. Niet elke technologie is meteen succesvol en niet elke prototype dat we op technologiebeurzen zien, vinden we daarna daadwerkelijk in de winkelschappen terug. Laten we een blik werpen op drie ‘futuristische’ technologieën die inmiddels niet meer zo onmogelijk zijn als we ooit dachten.
Transparante displays
Het lijkt regelrecht uit een dystopische werkelijkheid te komen zoals afgebeeld in baanbrekende films als Blade Runner of een game als Cyberpunk 2077: transparante schermen waarop je reclame kan zien voor obscure zaken. Denk daarbij aan een door AI bestuurde avatar die je helpt bij je dagelijkse taken. Zoiets leek in het verleden nog heel ver weg, maar het is dichterbij dan je denkt. De transparante schermen dan, want het klopt dat kunstmatige intelligentie zo ver nog niet staat. De opmars van nieuwe displaytechnologieën maakt ook de weg vrij voor mogelijkheden die we eerst nooit voor ogen hadden. Met oled, een afkorting voor ‘organic light emitting diode’, zenden de individuele leds licht uit. Met deze techniek is er geen behoefte meer aan losse achtergrondverlichting of zelfs extra behuizing. Met lcd-schermen heb je namelijk wel nog een achtergrondverlichting nodig om beeld te creëren, maar de miljoenen pixels van een oled-scherm creëren dus hun eigen licht. Hierdoor is het mogelijk om overtuigende transparante schermen te maken, want je hebt veel minder lagen aan materiaal dan bij lcd-schermen. De modernste oled-displays hebben intussen al een doorzichtigheid van 45 procent gerealiseerd. Het eerste transparante display is al best oud. Het werd in 2009 op de markt gebracht met de Sony Ericsson Xperia Pureness. Echt succesvol was het niet, want het scherm was niet transparant in de buitenlucht en in kamers die te fel belicht waren.
Sindsdien hebben bijna alle grote merken zoals LG en Prodisplay wel hun eigen versies van een transparante display op de markt gebracht. Echter, op consumentengebied zijn er nog maar weinig televisies of monitors die daadwerkelijk een grote impact hebben gemaakt. Tot nu toe worden transparante displays voornamelijk gebruikt in de reclamewereld, zoals in de etalages van grote winkelketens of in grote reclameborden. Daarnaast wordt de technologie ook gebruikt in combinatie met augmented reality om een naadloze ervaring te creëren voor de gebruiker. Innovatie in de techwereld gaat zo snel dat we waarschijnlijk niet meer zo lang hoeven te wachten op een volledig transparante televisie. Hoe indrukwekkend zou het zijn als je tussen de keuken en de woonkamer een televisie hebt hangen die gedurende de dag dienst doet als een raam, maar ‘s avonds omgetoverd kan worden in een echte, volwaardige televisie? Multifunctionele televisies zijn al een ding. Samsung heeft met de ‘Frame’-televisies al een aantal jaren de lijn tussen functie en technologie verkleind, door een tv te maken die ook dienst kan doen als kunstwerken, compleet met verwisselbare lijsten die je rond de televisie kan monteren.
Buigbare displays
In tegenstelling tot transparante displays kent de technologie achter buigbare displays al wat meer toepassingen en er wordt ook snel vooruitgang in geboekt. Het eerste buigbare (of oprolbare) display werd door Philips getoond op CES 2006, de gigantische technologiebeurs die elk jaar in Las Vegas plaatsvindt. Het betrof een oprolbaar display op basis van e-paper, een technologie die echte inkt nabootst op een display. Deze schermen zijn vaak low-power en beschikken over geen (tot weinig) extraatjes waardoor ze nauwelijks energie nodig hebben. Volgens Philips was het display op CES 2006 meer dan 25.000 keer opgerold, zonder één enkele fout, en dat terwijl het scherm continu ver- 2006 ging het echter snel. Meerdere merken hadden al rap hun eigen versies van het oprolbare display gecreëerd, allemaal op basis van verschillende e-papertechnologieën. Aan het einde van de jaren 2000 begon oled zijn opmars te maken en was het natuurlijk de bedoeling dat er ook buigbare oled-schermen gemaakt zouden worden. Nokia had de primeur met de concepttelefoon Nokia Morph, een volledig buigbare telefoon die nooit het commerciële daglicht heeft gezien.
De eerste echt commerciële smartphone met een gebogen scherm kwam in 2014 met de Galaxy Note Edge. Samsung was de voorloper op smartphonegebied en bleef innoveren met de Galaxy S6 Edge en uiteindelijk zag de Galaxy Fold in 2019 het levenslicht. Dat was een daadwerkelijk vouwbare telefoon en Samsung is in 2023 nog steeds de gedoodverfde marktleider als het aankomt op buigbare smartphoneschermen. Behalve smartphones hebben ‘reguliere’ monitors ook een flinke opmars gemaakt. Gebogen oled-televisies zijn al een geruime tijd gemeengoed op menig technologiebeurs en deze techniek heeft ook zijn weg gebaand naar een plek op het bureau, zowel voor het werk als tijdens een potje Call of Duty. Buigbare oled-schermen zie je nu ook steeds meer opduiken. Zo heeft Corsair een 45 inch groot oledscherm op de markt gebracht dat gebruikers zelf in hun gewenste hoek kunnen buigen. Qua innovatie zit het wel goed, maar tot nu toe moet je door een buigbaar scherm inleveren op andere factoren, zoals beeldscherpte en natuurlijk de kostprijs. In de toekomst zal deze technologie alleen maar efficiënter worden, dus wie weet waar we flexibele schermen nog meer voor gaan gebruiken.
Draadloze displays
Technisch gesproken is er niets nieuws aan draadloze displays. We hebben tenslotte allemaal op elk moment van de dag een smartphone op zak, een laptop in onze rugzak, een tablet die we aan onze kinderen geven als we rust willen of een e-reader die ergens stof ligt te vergaren. Nee, draadloze displays zijn in principe overal om ons heen, maar dat zijn niet het type draadloze displays waar we het over hebben. Wat wij bedoelen, zijn grote volledig draadloze televisies die je op de muur kan monteren. Het is ‘draadloos’ in de simpelste betekenis: er is geen stroomkabel die je moet verstoppen via een kabelbox en je hebt gewoon de mogelijkheid om de televisie op elke gewenste plek neer te zetten, zonder dat je rekening moet houden met het dichtstbijzijnde stopcontact.
Tot begin dit jaar was dat nog sciencefiction, maar ondertussen niet meer. Tijdens CES 2023 maakte LG zijn nieuwste product bekend: de LG M3 wireless OLED TV. Volgens het merk was dit de eerste draadloze oledtelevisie op de markt. Daarnaast beweert LG dat je draadloos in 4K kan streamen, met ondersteuning van een refresh rate tot 120 Hz, oftewel de nieuwe marktstandaard als het aankomt op premiumtelevisies. Premium is het juiste woord, want deze ‘draadloze’ televisie is ook gewoon hoogwaardig. Je kan je aan een dito prijskaartje verwachten. Hoewel LG beweert dat het een volledig draadloze televisie is, klopt dit niet volledig. De LG M3 wordt van energie voorzien door batterijen, maar niet de alledaagse batterijtjes die je in de afstandsbediening stopt. Daarnaast maakt de vernuftige televisie gebruik van LG’s eigen technologie, genaamd Zero Connect, waarmee je via een soort desktop verbinding maakt met de televisie. Het idee hierachter is dat je de Zero Connect-box ergens in de kamer kan plaatsen waar die niet in de weg zit voor jouw ideale televisie-ervaring, bijvoorbeeld naast de bank. Andere apparaten, zoals een blu-rayspeler of een PlayStation 5 sluit je aan op het kastje en niet de televisie zelf. Heel leuk en aardig, maar je hebt dus wel gewoon een stroomaansluiting nodig.
Daarmee zijn we aanbeland bij de echte ster van CES 2023: de écht volledige draadloze televisie met de naam Displace TV. Deze 55-inch-4Koled- tv is net als de televisie van LG voorzien van batterijen, maar het grote verschil is dat het basisstation ook volledig draadloos is. Met de vier oplaadbare lithium-ionbatterijen kan je zes uur per dag kijken (en dat één maand lang), voordat je die weer moet opladen. De Displace TV heeft ook eigen ‘active loop’-vacuümtechnologie die met een beetje stroom (vanuit de batterijen) zorgt dat de tv aan een oppervlak blijft zitten zonder dat je in de muur moet boren voor beugels en schroeven. Je kan deze televisie dus in principe zomaar tegen een muur naar “Nee, draadloze displays zijn in principe overal om ons heen, maar dat zijn niet het type draadloze displays waar we het over hebben.” keuze ‘plakken’. Het mooiste is dat je meerdere van deze tv’s naast elkaar kan zetten voor een 110-inch-8Koled- tv, of meer. Zo kan je in principe een volledig draadloze thuisbioscoop creëren en alles wat je nodig hebt, is een hoopje oplaadbare batterijen, een vrije muur en veel (heel veel) geld.
Futuristisch of haalbaar?
Het mag wel duidelijk zijn dat de mensheid een aantal ideeën (die we ooit alleen maar in futurische films terugzagen) met succes in het leven heeft geroepen. We hebben misschien geen hoverboards zoals in Back To The Future en het duurt vast nog wel even tot we op Mars kunnen wonen, maar de toekomst van displays ziet er boeiend en rooskleurig uit. Of al deze ideeën ook daadwerkelijk een commercieel succes worden, moet nog blijken. Vaak zijn het details die bepalen of een prototype gedoemd is eenzaam te verstoffen in een lab.