Een tijd geleden was ik aanwezig op VMWorld, een evenement van de netwerkgigant VMWare. Een van de buzzwords op het evenement was ‘Edge Computing’. Net zoals bij alle buzzwords betekende die term tegelijkertijd alles en niets. Het was pas tijdens een van mijn interviews op de beurs dat ik een beter begrip kreeg van de term. Concreet betekent Edge Computing dat berekeningen niet worden gemaakt in de cloud, maar wel op het toestel zelf. Dus een gewoon traditioneel (noem het gerust ouderwets) systeem, wat is daar speciaal aan?
Wanneer de P van PC nog voor ‘Personal’ stond
Ooit stond PC voor Personal Computer. Toen betekende die abbreviatie nog wat. Het was effectief een toestel dat je volledig in eigen bezit had en alles wat je erop deed, had je ook in eigen bezit. Je had een floppydisk met daarop Microsoft Office en bergen CD’s met je laatste back-ups. Nu is dat niet meer voor te stellen. Tegenwoordig kopen we een jaarlijkse licentie voor Microsoft Office en worden back-ups automatisch opgeslagen op een server van Google, Microsoft of een andere provider; in ‘de cloud’. Tegenwoordig huur ik zelfs een gaming pc in de cloud. Op die manier kan ik veeleisende games spelen op toestellen die dat met hun hardware nooit zouden kunnen verwerken, zoals mijn Android smartphone of mijn MacBook. Alles wat ik doe (letterlijk alles, zelfs de kleinste beweging met mijn muis) wordt naar een server in de cloud gestuurd die mijn game draait en uiteindelijk de beelden doorstuurt naar mijn computer. Ik speel games alsof het op mijn eigen computer is, maar eigenlijk wordt de game gedraaid in een daarvoor specifiek ontworpen datacenter. Om maar even te bewijzen waar de cloud allemaal tot in staat is. Je hoeft het niet eens zo ver te zoeken. Je Google Home of Alexa in je woonkamer, staat ook constant in verbinding met een cloud. Wanneer je iets vraagt aan die digitale assistent, wordt je vraag naar de cloud gestuurd, daar wordt hij verwerkt en uiteindelijk wordt het antwoord terug naar je digitale assistent gestuurd.
De cloud is de toekomst, maar de cloud heeft in zijn huidige vorm ook nadelen. Er is namelijk vertraging op het hele proces (het sturen van de input naar de cloud, het verwerken van de input en vervolgens het resultaat opnieuw terugsturen). Dat werkt doorgaans erg goed, maar zeker als de verantwoordelijke server niet in de directe nabijheid is, kan de vertraging duidelijk merkbaar zijn. Ja, de hedendaagse netwerken zijn snel, maar data kan niet sneller gaan dan de lichtsnelheid. Hoe snel je verbinding ook is, als het datacenter niet in de buurt is zal er merkbare vertraging zijn. Hoe langer de afstand, hoe groter de kans daarnaast dat de data ergens ‘verloren’ gaat en niet aankomt bij het datacenter. Bovendien kunnen de serverkosten ook behoorlijk hoog oplopen voor de aanbieders. Amazon moet steeds servers ter beschikking hebben om te kunnen antwoorden op alle vragen die mensen wereldwijd massaal stellen aan hun Amazon Alexa.
Een ander probleem (vooral aan de kant van de consument dan) is de benodigde bandbreedte voor een dergelijk systeem. Wanneer letterlijk alles (zie het Internet of Things) verbonden is met het internet en afhankelijk is van een server om alles te doen, heb je heel wat bandbreedte nodig. Om terug te komen op het voorbeeld van mijn gaming pc in de cloud; per uur verbuik ik meer dan 20GB aan bandbreedte. Het gebruik van die gaming pc samen met andere huisgenoten die ondertussen ook nog eens films of muziek streamen, IP-camera’s die verbonden zijn met de cloud, … kan er al snel voor zorgen dat de bandbreedte behoorlijk oploopt.
Autonome wagens
Neem bijvoorbeeld autonome wagens als het ultieme voorbeeld. De software van die wagens wordt verspreid via de cloud, maar je wagen kan niet constant afhankelijk zijn van die server. Wanneer zaken zoals het detecteren van een aankomende botsing eerst de cloud moeten passeren voordat de auto effectief stopt, kan het al te laat zijn. Op VMWare kreeg ik dan weer het voorbeeld van een beademingstoestel dat ook verbonden was met het internet. Wanneer dat beademingstoestel plots stopt met werken, kunnen ze zich het niet permitteren om die waarschuwing eerst naar de cloud te sturen die vervolgens de waarschuwing verwerkt en tot slot actie onderneemt. Die vertraging en afhankelijk kan dan fataal zijn. Die apparaten moeten dan wel sporadisch verbinding maken met de cloud om nieuwe updates op te halen en ‘slimmer’ te worden, maar in een ideale wereld is de goede werking van deze apparaten niet volledig afhankelijk van een server.
Dit is waar Edge Computing zijn nut bewijst. Bij deze netwerktechnologie wordt de data verwerkt op dezelfde plaats als waar hij wordt gegenereerd. De data wordt dus verwerkt op het toestel zelf of door een lokale computer of server in plaats van de data steeds te versturen naar een cloud server op afstand. Er wordt verwacht dat dit de standaard werkwijze wordt bij elektronische apparaten. Binnenkort mag je dus ook verwachten dat je wasmachine of koffieapparaat regelmatig verbinding maakt met de cloud om updates op te halen, slimmer te worden, de beveiliging te verhogen, etc.
De edge is geen vervanging van de cloud, het is simpelweg een andere manier om de cloud in te zetten. Waar tegenwoordig alle data wordt verwerkt in een relatief klein aantal datacenters, is het idee dat bij Edge Computing er miljoenen (kleine) datacenters zijn. Op die manier komt de cloud naar jou.
Samenvatting
Nu er steeds meer IoT-apparaten in verbinding staan met het internet – en bovenal de kritieke apparaten zoals autonome wagens en robotchirurgen – is de cloud zijn huidige vorm ontgroeid. Internetsnelheden worden steeds beter, maar elke vorm van vertraging wordt nefast voor de volgende generatie technologische apparaten. Daarom vindt er een verschuiving plaats die de cloud dichter bij ons brengt. In plaats van te verbinden met een gigantisch datacenter waar de data verwerkt wordt, gebeurt alles op het toestel zelf of op een lokale computer. Toch blijft de samenwerking met de cloud onontbeerlijk, bijvoorbeeld om nieuwe updates op te halen en het apparaat slimmer te maken.